- 99 - Vervolgens gaat de voorzitter over naar pagina 12 met betrekking tot de werkgelegenheid en vraagt of iemand hierover het woord wenst. De heer Geerts zegt, dat hij reeds tot uitdrukking gebracht heeft dat zijn fractie vindt dat Etten-Leur zich iets meer van zijn regionale buren zal moeten aantrekken en haar werkgelegenheidsbeleid iets meer in overeenstemming zal moeten brengen met de gedachten, die de inspraakdeelnemers hierover hebben gehad. De voorzitter antwoordt de formulering heel uitdrukkelijk gekozen te hebben mr~dat het college van mening is, dat er gepleit moet worden voor de selektieve groei en wel selektie in die zin, dat rekening wordt gehouden met de betekenis van de werkgelegenheid zowel in kwantitatieve als in kwalitatieve zin en de gevolgen van de vestiging voor het natuurlijke milieu in de ruimste zin. De voorzitter zegt, dat het college voort zal gaan in het ontwerp structuurplan ook in het licht van het basisdoel zoals het nu aan de raad is voorgesteld en dat er geprobeerd wordt de werkgelegenheid te versterken en uit te bouwen. De voorzitter gaat over naar pagina 17 met betrekking tot de voorzieningen. De voorzitter constateert dat men in zijn algemeenheid tevreden is over de voorzieningen. Omdat niemand het woord verlangt met betrekking tot pagina 17 gaat de voorzitter over naar pag. 19 met betrekking tot het stedelijk gebied. Omdat niemand het woord verlangt met betrekking tot pagina 19 gaat de voor zitter over naar pagina 22 met betrekking tot het landelijk gebied. Hierop komt de voorzitter nog even terug op de vraag van de heer Geerts die zegt "nieuwe burgerbouw (op pag. 23) in het landelijk gebied dient te worden geweerd" en dat de heer Geerts het hiermede eens is Voorts zegt de voorzitter, dat hetblijvend gebruik als burgerwoning van bestaande woningen in de meeste gevallen dient te worden geaccepteerd en de heer Geerts wil hierop een aanvulling hebben, aldus de voorzitter, in de vorm van "dient te worden gereserveerd voor hen die een functie hebben in het agrarisch gebied". De heer Geerts reageert met hierop te zeggen, dat er zou moeten staan: "dient zoveel mogelijk". De voorzitter zegt, dat het probleem is, dat het college op dit moment nog geen instrumenten ter beschikking staan, die een dergelijke formulering wettigen. De heer Geerts antwoordt het hiermede wel eens te zijn maar dat deze zaak in de gaten dient te worden gehouden en zo gauw er beleidsinstrumenten in deze verkregen worden deze ook toegepast dienen te worden. De voorzitter zegt hiervan kennis te hebben genomen. Nadat niemand het woord verlangt gaat de voorzitter over naar pagina 24 met betrekking tot het verkeer en vervoer. Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan mevrouw Zuijdwijk. Mevrouw Zuijdwijk verwijst naar blz. 20 waarin zij wijst op onbebouwde voorzieningen en op blz. 24 de lokale Noord-Zuidverbinding. Het zou toch wel prettig zijn als aan het gebied, dat in Etten-Leur noord al lang braak ligt en in een niet al te goede toestand verkeert, toch iets gedaan kon worden, hetzij in de vorm van een verzoek aan de provincie, dat het plan niet door gaat in verband met de geplande weg of dat de gemeente zelf hier iets gaat onderneraen in de vorm van een lokale weg van noord naar zuid, die wel nodig is. De voorzitter zegt toe deze suggestie te zullen noteren. Mevrouw Zuijdwijk meent dat zij gezegd zou hebben verkeersarme verblijfsge- bieden in plaats van verkeersluwe verblijfsgebieden. De voorzitter gaat hierop in en zegt, dat verkeersluwe verblijfsgebieden Tnderdaajl een woord is dat gebruikt wordt, maar dat het college het inmiddels veranderd heeft in verkeersarm op de suggestie van mevrouw Zuijdwijk en dat zou betekenen, dat deze correctie eveneens bij de raadsstukken ter inzage heeft gelegen.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 297