ni gni f 93b[x« n v biaifa! j j I op or: oH
i un nor3: n!j rove i: i t.-ot-j
f *»s o:. ni joi "rN 3rIoi: r;i 19
tIMOOV 9a: 3""9S ajiooIs;', O, St' is
un to 38b «3fl9jl339d nsagl»; nadddri
**i Ï9«" a j. 3: J i J
0.:-"Iw9i - r juinv f is
nis lol.' i.0.
pro .:s9b Jisa "on 3^inber d solli: i ,o\
ii f.b this I f i 9b 3r uiieoil-iil D'-cTWC
alow nsbe'i id i9vo .'i -. i nqo u r.b Ibs «tub ns
labno
-98-
het voorstel te handhaven. De kanttekening van de heer Geerts zal in
de notulen worden opgenomen.
De voorzitter vraagt of er nog iemand het woord verlangt naar aanleiding
van de pagina's 1 t/m 7.
De heer Geerts verlangt het woord en zegt, dat op blz. 4 met betrekking
tot de spreiding en overloop hij concludeert, dat de inspraakgroepen
de overloop afwijzen en alleen een opgelegde overloop tenminste de
voorwaarde in zich zal moeten hebben om voldoende werkgelegenheid voor
deze "overlopers" te hebben.
De voorzitter antwoordt, dat gelet op de evenwichtige ontwikkeling van
Etten-Leur die wij voorstaan er slechts een overloop uit de randstad mag zijn
mits' deze gepaard gaat, met gelijktijdige voldoende uitbreiding van
de werkgelegenheid en dus volstrekt in het kader van het basisdoel is en
het is ook in het licht van de nota, waarin gezegd wordt, dat er alleen
ten behoeve van de werkgelegenheid nog mensen zullen worden aangetrokken.
De voorzitter ziet niet helemaal het verschil van deze opvatting in tegen
stelling tot die van de heer Geerts.
De heer Geerts zegt, dat zijn lezing alleen iets anders is en komt
erop neer dat hij in principe niet vindt, dat Etten-Leur een overloop
functie heeft maar wel dat Etten-Leur in het kader van het werkgelegen
heidsbeleid de nodige mensen uit de randstad zal aantrekken. De voorzitter
zegt, dat dit hier ook zo staat en in feite precies hetzelfde is als
hetgeen de heer Geerts nu met andere bewoordingen heeft weergegeven.
Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan de heer Fransen.
De heer Fransen vraagt of de raad zich kan conformeren aan het voorstel,
gedaan bij het voorstel van 13 juni j1en ondertekend door 11 leden uit
deze gemeenteraad. De heer Fransen zegt begrepen te hebben, dat de medeonder
tekenaars van het voorstel zich daar niet mee konden verenigen en hij zou
willen zien dat daar een uitspraak over zou komen. Dus: of het basisdoel als
gesteld op blz. 7 blijft zoals het op blz. 7 staat vermeld of dat het basis
doel zich wijzigt conform het voorstel als ingediend op 13 juni j.l.
De voorzitter antwoordt, dat op pagina 7 het gewijzigde basisdoel al is
opgenomen.
De heer Fransen zegt dit niet gezien te hebben en dat dit mogelijkerwijze
bij de raadsstukken ter inzage heeft gelegen. Hij deelt verder mede, dat
de raadsstukken op vrijdagavond om 19.00 uur nog niet ter inzage lagen.
De voorzitter antwoordt dat dit een organisatorisch foutje is geweest en
dit zal worden toegespeeld aan diegene, die hiervoor de verantwoording draagt
De heer Fransen zegt zich in de commissie algemene zaken geconformeerd te
hebben aan de doelstellingen in de ontwerpnota omschreven en dat zijn
fractie hier verder geen toevoegingen of aflatingen wil aanbrengen.
Vervolgens wordt overgegaan naar pagina 8 waar gesproken wordt over de
bevolkingsontwikkeling.
De voorzitter vraagt iemand het woord hierover waarna mevr. Zuijdwijk het
woord krijgt.
Mevrouw Zuijdwijk zegt te willen ingaan op het antwoord van de voorzitter
aan haar en zegt vervolgens, dat er gezegd is,dat haar fractie dit getal
wil hanteren,maar dat hieraan is toegevoegd, dat uit de inspraak ook
gebleken is,dat men ruimte wil inruimen voor sociaal-familiaal gebonden men
sen en dat zij hiermede instemt en dat haar fractie zich best realiseert:,
dat er verandering in dat getal zal komen,maar dat haar fractie zich niet
wil binden aan de nu gegeven hogere cijfers.
De voorzitter zegt hiervan goede nota van te zullen nemen en zegt dat die
getallen als een indicatie beschouwd moeten worden en dat er nu nog geen
definitieve uitspraak over gewenst wordt van de fractie van mevrouw Zuijdwijk
De heer Geerts zegt, dat hij zich in die herorganisatie kan vinden.
Vervolgens gaat de voorzitter over naar pagina 10 met betrekking tot de
woningbouw.
De voorzitter vraagt of iemand het woord wil ten aanzien van de woningbouw
Niemand verlangt het woord hierover.
w "l r; .1; I [jt,vH:
9 uax'-jis - ro-rjy aeiuf I- smalas ''jair
taLai ni neb not- 3sb ,3193 f .jjisioo-- st.
- 1 Oli ir.
f 11. J