-90-
"Mijnheer de voorzitter.
Naar aanleiding van het eindverslag inspraak programmafase meent onze
fractie een enkele opmerking te moeten maken. De destijds fungerende
voorzitter van de raad heeft op een informatieve raadsbijeenkomst als
zijn persoonlijke mening het volgende verwoord: Wat de positie van de
raadsleden tijdens de inspraakprocedure betreft, zou het verstandig zijn,
dat zij zich als gewone burgers opstellen en zich in hun functie als
raadslid ervan afzijdig houden.
Onze mening is nu, dat dit in._alle gevallen zo ook bij de raadsleden is
overgekomen, en zij zich als inwoners van Etten-Leur hebben gepresenteerd.
Mijn fractiegenoot en ik hebben dit althans voor zich persoonlijk zo
gevoeld en spreken hun waarderigg uit ten opzichte van de leden in hun
onderscheidene discussiegroepen, die zich ieder voor zich persoonlijk en
mede namens de door hen vertegenwoordigde groepen hebben uitgesproken. Naar
aanleiding van de ontwerpnota van het voorstel voor de afsluiting programma-
fase struktuurplan zou ik het volgende willen zeggen: daar, waar het basis-
doel, als gesteld in het voorstel van 16 juni j1ook door onze fractie
ondertekend, afwijkt van het basisdoel, gesteld in eerder genoemde ont
werpnota, menen wij het volgende te moeten zeggen: Het vervallen van de
zinsnede "ter versterking van de werkgelegenheidsfunctie van de gemeente"
houdt verband met de in het nieuwe basisdoel en in het oude basisdoel reeds
vermelde zinsnede de huidige werkgelegenheidssituatie in het arbeidsmarkt
rayon Etten-Leur." Voorts menen wijdat de functie van onze gemeente in het
kader van de verstedelijkingsnota nog niet geheel duidelijk is. Ook hier
door menen wij de zinsnede ter versterking van de werkgelegenheidsfunctie
van de gemeente te moeten schrappen. Voorts staat de nog niet uitgesproken
mening over mogelijke uitbreiding van het industrieterrein, waarover uw
college zich nog in een afzonderlijke nota tot de raad zal wenden, hiermede
in verband. De eveneens in het nieuwe basisdoel opgenomen zinsnede"afhan-
kelijk van de normen, welke worden gesteld in de nota huisvestingsbeleid"
moeten worden bezien in het licht van het benodigde instrumentarium om een
operatie te doen slagen hetgeen aan de basis van elke operatie ten doel
ligt. Ten aanzien van de bevolkingsomvang menen wij ons niet te moeten
conformeren aan de aantallen van de inwonertallen als genoemd op blz. 8 van
de ontwerpnota. Het is onze overtuiging rekening te moeten houden met de
gegevens als verstrekt aan de deelnemers van de inspraakprocedure. Dat
ook in de hierbij besproken inwoneraantallen en de daarbij opgegeven variant,
een variatie zat, behoeft geen betoog. Dit temeer als u blz. 8 en 9 van de
ontwerpnota aanhaalt, dat door verschuiving van prognoseperiode door ver
ruiming van het beleid de nota huisvestingsbeleid en het pijplijneffect
vergroting van het inwonertal zal plaatsvinden of reeds plaatsgevonden
heeft. Onze fractie meent uw college te moeten vragen de inwonertallen
behorend bij genoemde effecten, alsnog aan de raad te verstrekken. Hebben
wij reeds gesproken over de variaties in bij de inspraakprocedure gestelde
varianten en rekening houdend met de laatst genoemde 3 effecten dan is de
keuze van onze fractie van variant 2 als genoemd in de discussienota bij
de inspraakprocedure. Teneinde de ontwikkelingen te volgen vraagt onze
fractie uw college in de gelegenheid te worden gesteld voorlopig elk jaar,
te beginnen in 1978, te worden geïnformeerd omtrent de gevolgen van de
nu te nemen beslissingen, daar eerst dan het beleid op de doelstellingen is
af te stemmen. Wij wensen verder geen afbreuk te doen aan de doelstellingen
als vermeld in de ontwerpnota, doch dat deze mede mag dienen tot het
instandhouden van de ons inziens goede leefgemeenschap Etten-Leur".
Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan mevrouw Jacobs.
"Mijnheer de voorzitter,
Onze fractie heeft een visie op het totale afsluitingsprogramma en zullen
wat betreft de hoofdstuksgewijze afwerking verder geen opmerkingen maken.
Reeds in de algemene beschouwing betreffende de begroting 1972 heeft Appèl