- 81 - geen zijns inziens hetzelfde inhoudt als onderaannemer te zijn bij een hoofdaannemer en waarbij de zelfstandigheid niet verloren gaat. Indien uit de aannemerswereld een combinatievorm zou kunnen worden gevonden dan kan spreker dit alleen maar toejuichen. Met de onderhandse aanbesteding onder meerdere aannemers meent spreker, dat in het voorstel een soepelheid wordt ingepast, omdat niet een bankgarantie van 10% geëist wordt, doch een bedrag van 100.000,hetgeen mede is gedaan om vooral de kleinere aannemers een kans te geven om ook een werk van behoorlijke omvang uit te kunnen voeren. Ook wordt zijns inziens niet geëist, dat de aannemer reeds een werk moet hebben uitgevoerd van deze omvang. Een aannemer die een werk met een kleinere omvang goed heeft uitgevoerd, moet zijns inziens in staat zijn om ook grotere projecten tot een goed einde te kunnen brengen en waartoe de mogelijkheden thans zijn open gelaten. De heer Geerts zegt, dat het voorstel Zoals thans ter tafel ligt, voor zijn fractie onaanvaardbaar is. In de gemeenten Breda en Roosendaal zijn zijns inziens meerdere aannemers in staat elkaar te beconcurreren, hetgeen hier ter plaatse niet het geval is. Wethouder Luijkx zegt niet te kunnen beoordelen hoeveel aannemers er in deze grote steden gevestigd zijn doch meent, dat m Etten-Leur voldoende bedrijven aanwezig zijn om dergelijke werken tot een goed einde te brengen waarvoor geen bedrijven van elders betrokken behoeven te worden. Op de vraag van de voorzitter aan de heer Fransen en mevrouw Jacobs of zij hun voorstel in stemming willen brengen antwoordt de heer Fransen, dat hij voorziet, dat dit weinig effect zal sorteren. Wel zegt spreker namens; zijn fractie te willen stellen - niet wetende of hij ook namens Appel kan spreken - dat hij niet kan instemmen met het voorstel de aanbesteding ondershands te doen plaatsvinden onder plaatselijke aannemers. Op de vraag van de voorzitter of stemming wordt verlargd over het voorstel van burgemeester en wethouders om de aanbesteding te doen plaatsvinden onder plaatselijke aannemers met plaatselijke voorselectie wordt door middel van handopsteking door o.a. de heren Geerts en van der Lee te kennen gegeven, dat stemming wordt verlangd. Na hoofdelijke stemming deelt de voorzitter mede, dat zich 11 leden voor het voorstel van burgemeester en wethouders hebben verklaard en dat 7 leden, t.w. de dames Jacobs en van Bezooijen en de heren Geerts, van der Lee, Fransen, Breugelmans en wethouder Vermeulen zich tegen het voorstel hebben uitgesproken, waardoor het voorstel is aangenomen. Als nagekomen agendapunt stelt de voorzitter aan de orde het voorstel van burgemeester en wethouders met gunstig advies van de commissie voor openbare werken, verkeer en grondaankopen, tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het verbeteren van 4 km landwegen, door vaststelling van de 41e wijziging van de gemeentebegroting 1977, waartoe zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. De voorzitter geeft hierbij het woord aan de heer Fransen, die op merkt, dat het bestek voor de verbetering van deze landwegen dateert van september 1975 en sedertdien driemaal is gewijzigd. Hij vraagt of debegroting van de Heidemij Nederland B.V. aangepast is aan het huidige prijspeil, waarop door wethouder Luijkx wordt medegedeeld, dat dit inderdaad het geval is. De heer van Kuijck vraagt de mogelijkheid te willen nagaan om - gezien de slechte toestand van het wegdek van de Klappenberg de Lage Klappenberg, dat nog een goed wegdek heeft, niet te verbeteren en de daardoor vrijkomende financiële middelen aan te wenden voor de verbetering van het wegdek van de Klappenberg. Volgens wethouder Luijkx is het niet mogelijk in deze werken wijziging te brengen c.q. te wisselen.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 279