- 56 - laatstgenoemd college genoodzaakt zal zijn zelf een terrein op te nemen in het spreidingsplan, dat straks aan de minister zal worden toegezonden. Na deze uiteenzetting geeft de voorzitter het woord aan: inevrouw Jacobs. Zij deelt mede, dat in de vorige vergadering voorgesteld was de inwoners van Etten-Leur een plaatskeuze te laten doen. Naar aanleiding van de drie plaatsen die toen ter discussie gesteld waren, is een bezwaar schriftprocedure ingesteld, die zeer veel stof heeft doen opwaaien, maar waaruit helaas niets positiefs is voortgekomen. "Naar aanleiding van de vaak zeer negatieve en mensonwaardige reacties zien wij ons genoodzaakt ons te distanciëren van het merendeel der ingekomen bezwaarschriften. Nu uw college, na nader overleg met het^ Woonwagenschap Breda besloten heeft alleen een woonterrein aan te wijzen en u, bijgestaan door de heer Holleman, in de commissie algemene zaken ons ervan verzekerd hebt, dat het mogelijk is om een woonterrein werke lijk een woonterrein te laten zijn, kunnen wij afstappen van de noodza kelijkheid om zo'n terrein ten oosten van onze gemeente te situeren. Wij bepalen onze keuze dus nu op de Kattestraat. Verder zouden wij alle inwoners willen verzoeken om de informatie via de pers en de informatie die u nu gegeven hebt ten aanzien van de decentralisatie van de woonwagenkampen, goed tot zich te nemen en zich desnoods verder te laten informeren door het bureau voorlichting van het gemeentehuis voor wat betreft plaatsing, kostenfactor, integratie eisen etc. Wij hopen dan, dat wanneer de eerste woonwagenbewoners zich in Etten-Leur zouden vestigen, ze niet zo vijandig worden ontvangen als uit sommige bezwaarschriften valt te lezen. Er is nog dit gezegde: wie goed doet, goed ontmoet." De heer P. Luijkx. De voorzitter van de fractie algemeen agrarisch belang vindt de aanwij zing van een plaatskeuze voor het woonwagencentrum een moeilijke opgave. "Wij hebben ons laten leiden door actiegroepen, maar met een nuchtere kijk op de zaken, een plaats aangewezen, dat ons inziens voor de bevolking van Etten-Leur en de woonwagenbewoners het beste is. Want in de toekomst zullen beide groepen moeten samenleven in de samenleving. Wij zijn blij, dat het Woonwagenschap Breda heeft ingezien, dat de Lokkerdreef niet een plaats is die in aanmerking dient te komen voor^ een woonwagencentrum. In de vorige raadsvergadering heeft onze fractie een aantal punten genoemd, waarom de Lokkerdreef en de Liesbosweg niet de ideale plaatsen zijn voor een woonwagencentrum. Deze punten waren: 1. de geïsoleerde ligging. Dit is de oorzaak, dat het Woonwagenschap aan burgemeester en wethouders heeft geadviseerd deze plaats niet als woonwagencentrum aan te wijzen; 2. voor wat betreft de Liesbosweg, deze ligt in het landelijk gebied en om in dit gebied te mogen bouwen worden door burgemeester en wet houders eisen gesteld die wij echter van harte toejuichen. Daarom kunnen wij instemmen, dat dit gebied niet aangewezen wordt als woon wagencentrum; 3. wij vinden de Liesbosweg te ver van het centrum gelegen en daardoor te geïsoleerd; 4. de Liesbosweg is een invalsweg naar Etten-Leur/Noord en daarom niet geschikt als woonwagencentrum. Rest nog de Kattestraat. Toen deze lokatie zes weken geleden in de com missie algemene zaken werd genoemd, vonden wij het toen reeds een ge schikte plaats voor een woonwagencentrum, dit in verband met haar ligging tegen het woongebied en haar doorgangswegen en ook om het feit, dat deze grond aan de gemeente toebehoort. Tot onze grote verbazing zijn er vele bezwaarschriften binnengekomen inzake de keuze aan de Kattestraat. De vele bezwaren steunen echter op argumenten die niet steekhoudend zijn.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 254