- 50 - De heer van Kuijck zegt, dat er op blz. 48 staat, dat hij gezegd zou hebben dat de lichtmasten tussen de rijksweg en de Europalaan verplaatst hadden moeten worden naar de Zundertseweg. Dit was echter niet zijn bedoeling. Hij had willen zeggen, dat de plaatsing van de lichtmasten aan de Zundertseweg voorrang had moeten hebben boven de Europalaan omdat zijns inziens het plaatsen van lichtmasten aan de Zundertseweg dringend noodzakelijk is. Hij vraagt of deze zin alsnog gewijzigd kan worden. De voorzitter zegt dit toe. De heer Fransen zegt, dat hij met betrekking tot blz. 48 inzake de in voering van een parkeerverbod in de Iepstraat, conform de mededeling van de voorzitter informatie heeft ingewonnen ter secretarie en deelt mede, dat de gemeentepolitie en de verkeerswerkgroep gunstig hebben geadviseerd. Hij vraagt daarom nu namens zijn fractie uitvoering van het raadsbesluit 1972. Wethouder Luijkx zegt hierop, dat dit reeds wordt uitgevoerd. De heer Fransen antwoordt, dat er reeds zes maanden verstreken zijn en dat er nog niets is uitgevoerd. Wethouder Luijkx deelt hierop mededat er niets wordt uitgevoerd voordat de raad besloten heeft. De voorzitter zegt hierop terug te komen. Mevrouw Zuijdwijk vraagt of er iets bekend is met betrekking tot punt 12c op blz. 47, waarin de voorzitter had toegezegd, dat een onderzoek zal worden ingesteld naar de mogelijkheden op het tweezijdig parkeer verbod aan de Geerkade niet te laten gelden op zaterdag en zondag ten gunste van Pitts 33, omdat er op deze dagen geen zware vrachtauto's van de Geerkade gebruik behoeven te maken. Wethouder Luijkx zegt hierover, dat er een advies komt om het te laten zoals het is omdat zakenmensen die daar achter wonen, hiertegen bezwaar hebben en dat ze liever zien, dat het verbod ook in de weekends geldt. Tevens deelt hij mede, dat aan burgemeester en wethouders hierover nog nader gerapporteerd zal worden. Daar desgevraagd niemand nog op- of aanmerkingen heeft op de notulen van 28 maart 1977, worden deze met inachtneming van de aangehaalde wijzigingen, zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Bij de behandeling van de ingekomen stukken zegt mevrouw Zuijdwijk met betrekking tot punt 17 inzake de begroting 1977 van het Werkvoorzienings schap West Noord-Brabant, dat de kosten van ontspanning enormzijn ge stegen en dat de daarbij gegeven uitleg erg onduidelijk is. Zij vraagt hierover een duidelijke uitleg die iets begrijpelijker is. Wethouder Vermeulen zegt hierop, dat naar aanleiding van de vragen die^ aan het bestuur van het Werkvoorzieningsschap zijn gesteld met betrekking tot de behandeling van de begroting 1977, reeds antwoord is gegeven en stelt daarom voor de vraag van mevrouw Zuijdwijk ter verduidelijking voor te leggen aan het bestuur van het Werkvoorzieningsschap. De heer Aerts merkt op, naar aanleiding van het overzicht van de nieuwe taakverdeling van burgemeester en wethouders, dat aan wethouder Luijkx is opgedragen de taken met betrekking tot aankopen en onteigening van grond en eventuele opstallen, maar dat met betrekking tot het plan^ de Grient aan de bewoners aldaar een schrijven is verzonden, dat niet iemand van de gemeente maar de heer Eijkelenboom van het Rentmeester schap uit Den Bosch met hen zal onderhandelen over de mogelijke aankoop en/of onteigening van de woningen. Hierop vraagt de heer Aerts of het de bedoeling is,dat heel deze proce dure overgeheveld wordt aan genoemd Rentmeesterschap. Wethouder Luijkx zegt hierop, dat hij niet van deze taak ontheven is.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 248