- 43 - Mevrouw Zuijwijk zegt het erg vriendelijk van de voorzitter te vinden, dat deze het zo eufemistisch oplost, doch in het nederlandse taalge bruik heeft het woord "bonafide" echter een andere betekenis. De voorzitter zegt, dat in de te verzenden brieven in dit geval door een duidelijke "vertaling" hiermede rekening gehouden zal worden. De heer Geerts zegt, dat zijns inziens niet gesproken kan worden van een normaal agrarisch bedrijf doch van een agrarische industrie. Wellicht zou de heer Dirven de eerste aanzet op het industrieterrein moeten maken. Deze vorm van konijnenfokkerij is zijns inziens een nieuwe vorm van de bio -industrie, hetgeen spreker met leedwezen ziet gebeuren, omdat dit niet is tegen te houden. Hij vindt danook, dat de eisen, die gesteld worden, stringent dienen te worden gevolgd. Mevrouw Jacobs zegt, dat haars inziens de problemen liggen bij de eisen die gesteld worden aan het vestigen van een bedrijf in dit agrarisch gebied. Zij zegt ervoor te willen pleiten om die eisen dan te wijzigen. Als gesproken wordt over een volwaardig bedrijf dan zal daar ook een woonhuis bij horen, hetgeen thans niet gevraagd wordt. Nu wordt vergunning gevraagd voor de bouw van een schuurIndien later ook ver gunning wordt gevraagd voor de bouw van een woonhuis, dan kan gespro ken worden van een volwaardig bedrijf. Er wordt echter thans geeist, dat aan iets nieuws wordt begonnen met een enorme investering, hetgeen haars inziens irreëel is. Op de vraag van de voorzitter of de indruk bestaat, dat bij dit bedrijf een woonhuis hoort als volwaardig bedrijf, zegt mevrouw Jacobs, dat zij zich dat wel kan voorstellen. Zij zou betrokkene in de gelegenheid willen stellen om op kleine schaal iets nieuws te beginnen. De twijfels, die in het advies door de adviescommissie worden uitgesproken over het al dan niet voortbestaan van het bestaande bedrijf, hebben haars inziens niets uitstaande met de aanzet van dit nieuwe bedrijf.^ Ten aanzien van de opmerking van de heer Geerts om bio-industrie tegen te gaan zegt wethouder Vermeulen, dat er geen enkel middel is om dit te belemmeren. Het ingediende plan zal, wanneer dat gevestigd wordt in landelijk gebied III, getoetst dienen te worden aan de bestemmings bepalingen en dat het een volwaardig bedrijf^moet zijn. Wethouder Luijkx zegt, dat elke jonge agrariër kan weten, dat het voor hem mogelijk is via adviezen van de land- en tuinbouw voorlichtings diensten en zeker wanneer hij de beschikking heeft over 4 ha grond, een aanzet te geven met de teelt van tuinbouwgewassen, waaruit een deel van het inkomen komt en met de opbrengst uit de konijnenfokkerij het zijns inziens mogelijk moet zijn een goed inkomen te halen. De heer P. Luijkx vraagt of wethouder Vermeulen het woord bio-industrie jlader wil toelichten, waarop wordt geantwoord, dat daaronder dient te worden verstaan het in massa kweken van dieren voor de consument. Op de vraag van de heer P. Luijkx of in de toekomst dan gesproken kan worden van veredelingsbedrijven, wordt door de voorzitter een bevesti gend antwoord gegeven. Mevrouw Zuijdwijk vraagt of bij een nieuwe aanvrage voor een tuinbouw bedrijf annex konijnenfokkerij de hele procedure opnieuw gevolgd dient te worden. Op verzoek van de voorzitter zegt wethouder Vermeulen, dat de heer Dirven op deze mogelijkheid gewezen zal worden. Tevens zal de beroepsmogelijkheid ingevolge de wet AROB aan betrokkene worden mede gedeeld Daar niemand over dit onderwerp nog het woord verlangt wordt zonder hoofdelijke stemming besloten het door de heer C. Dirven, Hilsebaan 218 te Etten-Leur ingediende beroepsschrift tegen de geweigerde bouw vergunning voor het bouwen van een konijnenhouderij aan de Hoge Vaartkant, ongegrond te verklaren.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 241