- 38 - Een kleiner centrum is zijns inziens toegankelijker voor invloeden van buitenaf. Het is wenselijk deze overweging in de verdere gedachten- bepaling te betrekken. Het centrum aan de Liesbosweg te stichten is volgen zijn fractie niet wenselijk. Tot slot verleent de voorzitter het woord in eerste termijn aan de heer Lucassen. Spreker zegt de plaatsen bezocht te hebben waar mogelijk een woonwagencentrum zou kunnen komen en daarbij tot de voorlopige conclu sie gekomen is, dat het terrein aan de Liesbosweg niet bestemd moet worden voor dit doel. De enige plaats lijkt spreker het terrein aan de Kattestraat. Dit kan inhouden, dat de mogelijkheid niet uitgesloten mag worden, dat de gemeente met de grond in "De Grient" blijft zitten, aldus spreker. De voorzitter geeft hierna de conclusies, zoals die zijn getrokken uit hetgeen door de diverse leden naar voren is gebracht. Hij zegt, dat de heer Aerts het terrein aan de Liesbosweg als zijnde het meest ge schikt heeft gekozen. Ten aanzien van diens opmerking, dat het plan "De Grient" alleen gebruikt zou gaan worden voor woningwetwoningen, zegt de voorzitter zich hiervan uitdrukkelijk te willen distanciëren, omdat het zeker niet de bedoeling van het college is om dit plan alleen voor woningbouw te bestemmen. Het plan, dat ontworpen is en dat wellicht nog gewijzigd dient te worden, zal een plan zijn, dat zeker de integratie- gedachte voorop zal stellen, indien het woonwagencentrum aldaar gerear liseerd zal worden. Ook heeft mevrouw Zuijdwijk zich volgens de voorzitter uitgesproken voor het terrein aan de Kattestraat, waarbij tevens wordt gedacht aan een groene zone - geen bufferzone - die gemaakt zou kunnen worden op het stuk grond dat in verband met de aanwezigheid van het woonwagen centrum niet meer te verkopen zou zijn. De voorzitter hoopt, dat indien er zo'n zone zou moeten komen, er dan toch een pad - het integratiepad - doorheen aangelegd zal worden, opdat niet dezelfde fout als vroeger wordt gemaakt, om deze woonwagenbewoners te sterk te isoleren van onze gemeen schap Mevrouw Zuijdwijk merkt op, dat de wegen naar de Kattestraat er al zijn en zij vraagt zich af of de integratie alleen van de bewoners van Etten-Leur moet komen. Naar haar mening dient er een wisselwerking te zijn. De voorzitter zegt, dat de heer Quaijtaal zich ook reeds in deze zin heeft uitgelaten wanneer door hem gesteld wordt, dat de woonwagenbewoners niet alleen rechten maar ook plichten hebben. Dit zal ook aan deze groepering duidelijk gemaakt dienen te worden. Zo zal o.a. het stoken van banden nadrukkelijk verboden moeten worden. De voorzitter zegt verder er verheugd over te zijn, dat de heer P. Luijkx zich nog eens uitdrukkelijk heeft uitgesproken - evenals de heer Quaij taal dit heeft gedaan - over de mentaliteit en de cultuur van deze bewoners. Dat integratie mogelijk is, is volgens hem in andere gemeenten bewezen. Door de heer P. Luijkx is vervolgens gesteld, dat een kamp aan de Lokker- dreef een aantasting zou betekenen voor het agrarisch gebied; er moeten o.a. nog wegen aangelegd worden naar en van het centrum en gelegen in de nabijheid van een bedrijventerrein, terwijl de bewoners in de Grauwe Polder het vrije uitzicht zullen missen. Voor wat dit laatste betreft zegt de voorzitter, dat dit een risico is van iedereen die aan de rand van een bebouwing woont, dat een wijziging van een bestemmingsplan wordt vastgesteld waardoor toch bebouwing mogelijk wordt. Voorts zegt de voorzitter, dat de heer P. Luijkx pleit voor de Katte straat, welk terrein niet ligt in een landelijk gebied, niet geisoleerd, terwijl het terrein aan de Liesbosweg aan te merken is als landelijk gebied en te dicht is gelegen bij Etten-Leur Noord. Ten aanzien van de opmerking van mevrouw Jacobs als zou de toelichting met betrekking tot de zones niet geheel duidelijk zijn, deelt de voor-

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 236