- 34 - de vraag naar kleinere terreinen nog steeds toeneemt wordt volgens spreker een onderzoek voorbereid over de mogelijke uitbreiding van de werkterreinen voor industrie, handelsbedrijven en opslagbedrijven in zuidelijke richting. De aanwezigheid van een woonwagencentrum aan de Lokkerdreef is daarom volgens preker niet aan te bevelen. Wat nog resteert is volgens spreker het terrein aan de Liesbosweg, direct ten westen van de Lage Bremberg. Dit terrein lijkt volgens de heer Aerts de meest geschikte plaats om hierop het woonwagencentrum te stichten, omdat hier weinig grond onteigend behoeft te worden en dicht genoeg bij de kom van Etten-Leur Noord is gelegen voorwat betreft de winkel- en schoolvoorzieningen. Mevrouw Zuijdwijk zegt voorop te willen stellen, dat elke beslissing die in deze genomen moet worden voor eenieder erg moeilijk zal zijn. Voorwat betreft het terrein aan de Kattestraat zegt spreekster, dat in het voorstel diverse bezwaren zijn opgesomd. Tijdens de raadsexcursie in september 1976 werd deze plaats ondermeer aangemerkt als zijnde een geschikte plaats voor het woonwagencentrum. In eerste instantie bestonden er bij haar fractie ook enige twijfels over dit terrein in verband met de woningbouw in plan "De Grient". Echter, deze gronden zijn nog niet verkocht. Wellicht bestaat de mogelijkheid om een deel van de grond niet te verkopen. Spreekster acht het met de heer Aerts onjuist, dat in dit plan dan alleen maar woningwetwoningen gebouwd zouden moeten worden. Wel zou gedacht kunnen worden aan een groene bufferzone waardoor weliswaar in dit plan minder woningen gebouwd kunnen worden maar dat die overgebracht zouden kunnen worden naar Etten-Leur/Noord Ten aanzien van het, terrein aan de Lokkerdreef deelt spreekster mede, dat de bewoners in Grauwe Polder voor hun grond veel geld hebben betaald en zich voor hoge lasten hebben geplaatst om daar te kunnen bouwen, zonder te weten, dat ten westen van deze wijk een woonwagencentrum zou kunnen komen. Indien deze mensen de wetenschap wel hadden, dan zouden zij zich daar niet hebben gevestigd. Ditzelfde geldt voor de industrie. Het terrein aan de Liesbosweg grenst aan een van de mooiste invalswegen van de gemeente. Het geeft ontsluiting aan recreatiegebieden o.a. het LiesbosSpreekster zegt vorig jaar gevraagd te hebben om de huizen langs de Lage Vaartkant te verbeteren, waarop werd geantwoord, dat dit niet kon omdat deze huizen stonden langs de invalsweg van Etten-Leur. Een woonwagencentrum aan een ontsluitingsweg voor recreatiegbieden en langs een stuk natuurschoon meent spreekster te moeten ontraden. Tot nu toe is voor haar fractie het terrein aan de Kattestraat aan vaardbaar, omdat de gronden in "De Grient" nog niet verkocht zijn en van welke industriegrond een stuk braak kan blijven liggen voor het stichten van het woonwagencentrum. Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan de heer P. Luijkx. Hij zegt, dat zijn fractie de mogelijke vestigingsplaats van het woon wagencentrum heeft bestudeerd. Spreker zegt, dat zijn fractie kan in stemmen met het woonwagenbeleid van de regering tot het totstandbrengen van goed gesitueerde kleine of middelgrote centra in plaats van grote regionale centra, om daarmede te bereiken, dat ook deze mensen in de samenleving worden opgenomen, hetgeen toch bij velen in slechte aarde valt." Niet dat wij denken beter te zijn dan deze mensen, maar de mentaliteit is iets anders. Bij het passeren van diverse woonwagencentra in de omgeving is de aanblik nu niet bepaald een streling voor het oog, vandaar de bevreesheid en de terughoudendheid om een dergelijk kamp dicht bij de deur te hebben. Zijn fractie is met de bestudering begonnen met het terrein aan de Lokkerdreef en heeft 5 punten aangehaald waarom dit terrein niet bepaald de juiste plaats is: 1. het is een aantasting van het agrarisch gebied; 2. de geisoleerde ligging van het kamp;

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 232