- 33 -
dergelijke regelingen in te voeren gezien de landelijke tendens.
Ten aanzien van de opmerkingen van mevrouw van Bezooijen zegt spreker
dat het bestuur van het woonwagencentrum deze heeft gezien als behoren
de tot de uitvoering van de regeling, die niet definitief vastgelegd
kunnen worden in een gemeenschappelijke regeling.
Mevrouw van Bezooijen zegt zich het recht te willen voorbehouden om
in een latere vergadering hierop terug te komen indien zou blijken,
dat aan deze "uitvoerings-maatregelen" geen aandacht wordt geschonken.
De voorzitter zegt, dat reeds blijkt, dat aan de gemaakte op- en aan
merkingen de nodige aandacht is geschonken, doch dat het bestuur van het
woonwagencentrum heeft gemeend deze te moeten aanmerken als maatregelen
van uitvoering, omdat, indien deze op- en aanmerkingen in de gemeenschap
pelijke regeling zouden zijn verwerkt, deze ook zouden gelden voor de
andere gemeenten, die aan deze regeling deelnemen en dus gebonden aan
het beleid van de gemeenteraad van Etten-Leur.
De voorzitter stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wet
houders met advies van de commissie voor algemene zaken, ruimtelijke
ordening en coördinatie tot. voorlopige aanwijzing van een aantal plaatsen,
waar eventueel een woonwagencentrum gesitueerd kan worden. Het is volgens
de voorzitter de bedoeling over de situering van het woonwagencentrum
in deze vergadering met elkaar van gedachten te wisselen zonder dat
een definitieve keuze wordt gedaan.
De procedure is volgens de voorzitter, dat het college de opmerkingen
vanuit de raad gehoord hebbende, overleg gaat plegen met het bestuur
van het woonwagenschap. Daarnaast zal aan de bevolking en de betrokken
eigenaren en gebruikers de gelegenheid worden geboden om tegen de voor
lopige keuze schriftelijke bezwaren in te dienen, welke bezwaren heel
nauwkeurig en nadrukkelijk bestudeerd zullen worden. In de vergadering
van 25 april a.s. zal de raad gelegenheid worden geboden een definitieve
keuze te bepalen, nadat aan de raad kenbaar zal zijn gemaakt welke
mening het woonwagenschap heeft en nadat de raad kennis heeft kunnen
nemen van de eventuele bezwaarschriften.
Na deze uiteenzetting van de te volgen procedure verleent de voorzitter
het woord aan de heer Aerts die meent, dat de uiteindelijke beslissing
waar het woonwagencentrum zal komen door een andere instantie dan de
gemeenteraad zal worden genomen.
Hij zegt, dat de situering van het woonwagencentrum uitvoerig in de
commissie voor algemene zaken is besproken. Met betrekking tot de
verslaglegging van het besprokene deelt spreker mede, dat het verslag
om bepaalde redenen niet bij de stukken ter inzage lag en ook tijdens
de avonduren, waarin de stukken voor de leden ter inzage liggen, niet
voorhanden was. Niettemin zegt speker enkele opmerkingen te willen maken
bij de in het voorstel genoemde plaatsen.
Ten aanzien van het terrein ten westen van de Kattestraat en ten zuiden
van de Hermelijnweg in het industriecomplex Vossendaal zegt spreker,
dat het hier een industrieterrein betreft,dat grenst aan het toekomstig
woongebied "De Grient". Door de vestiging van een woonwagencentrum in
dit gebied zal de grond moeilijk verkoopbaar worden, zowel voor indus
trie als voor woningbouwdoeleinden. In het plan "De Grient" komen
bungalows, particuliere woningen en woningwetwoningen. Indien deze
grond moeilijk verkoopbaar blijkt te zijn voor bungalow- en particuliere
woningbouw, dan zal zijns inziens een ander plan opgezet worden, waar
bij alleen woningwetbouw zal plaatsvinden voor de laagst geklasseerden
onder de bevolking. Spreker zegt dit te moeten afwijzen en acht het woon
wagencentrum op deze plaats onjuist.
Dezelfde problemen gelden volgens spreker voor het terrein aan de zuid
zijde van de te verlengen Lokkerdreef. Spreker vreest, dat, indien op
deze plaats het woonwagencentrum gevestigd zal worden, de directies
van de bedrijven waaraan tijdens deze vergadering grond is verkocht,
zullen verzoeken het voorlopig koopcontract te ontbinden. Omdat echter