- 32 - Op verzoek van de voorzitter zegt wethouder de Bruijn, dat de onder handelingen zijn gevoerd toen de grondprijs nog 21, per m2 bedroeg. In de commissie voor algemene zaken is gesteld, dat de grond voor 21zou worden aangeboden aan die bedrijven waarmede de gemeente reeds in onderhandeling was. De voorzitter zegt, dat de grondprijs iti januari 1 977, dus niet per 1 januari 1977, is verhoogd van 21,naar 25,per m2, hetgeen door mevrouw Jacobs wordt bevestigd. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten tot het verkopen van een perceel industrieterrein, groot 5.000 m2 en gelegen aan de Penningswet in het complex "Mon Plaisir" aan GebrRokx Transport b.v. te Etten-Leur. 7e. Op gelijke wijze en overeenkomstig het voorstel wordt besloten tot het verkopen van een perceel industrieterrein, groot 3.750 m2 en gelegen aan "Mon Plaisir" aan het bouwbedrijf Ed. van Sundert te Prinsenbeek. 7f. Overeenkomstig het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot het verkopen van een perceeltje grond van 600 m2, gelegen aan "Mon Plaisir" aan Bouwbedrijf Gelens te Etten-Leur. 8. De voorzitter stelt aan de orde het voorstel van burgemeester en wet houders met gunstig advies van de commissie voor algemene zaken, ruim telijke ordening en coördinatie tot het verkopen van het café-restau rant "het Witte Paard", Oude Bredaseweg 15 aan Van Haperen's Beheer B.V. en Skol Brouwerijen N.V. Mevrouw Zuijdwijk zegt, dat. artikel 6 van het voorlopig koopcontract is gewijzigd, waarin o.m. wordt gesteld, dat in "het Witte Paard" een hotel, café of restaurant gevestigd mag worden. Spreekster zou gaarne zien, dat dit gewijzigd zou worden in dien zin, dat in "het Witte Paard" een hotel, café en/of restaurant gevestigd mag worden. De voorzitter zegt toe het betreffende koopcontract hiermede in over eenstemming te brengen. 9. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders met gunstig advies van de commissie voor sociale zaken, wordt zonder hoofdelijke stemming besloten tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling tot stichting en exploitatie van een regionaal woonwagencentrum te Breda in een gemeenschappelijke regeling voor het "Woonwagenschap Breda". De heer Geerts zegt, dat in de vorige vergadering door zijn fractie opmerkingen zijn gemaakt over de vergoedingsregeling voor de bestuurderen, welke opmerkingen ookthans gehandhaafd blijven, omdat naar zijn mening de vergoeding in verhouding tot het aantal uren, dat daaraan wordt besteed door de bestuurders van de gemeenten, zoals wethouders, niet terecht is. Mevrouw van Bezooijen zegt, dat zowel in de toelichting op het voorstel als in het verslag van de commissie wordt medegedeeld, dat de raad in 1975 in beginsel heeft ingestemd met het voorgestelde regionaal sprei dingsplan van het woonwagencentrum Breda. Opgemerkt wordt in het pre-advies, dat de destijds gemaakte op- en aanmerkingen goeddeels^ in de gemeenschappelijke regeling zijn verwerkt, hetgeen haars inziens niet geheel juist is, omdat zij in de regeling enkele op- en aanmer kingen mist, die zij wel graag in de gemeenschappelijke regeling opge nomen had willen zien. Het betreft o.a. de uitspraak, dat^gekozen is voor een "blijvers-kamp" in plaats van een "trekkers-kamp en wooti- en werkgelegenheid van elkaar te scheiden. Indien deze punten later nog geregeld dienen te worden dan acht spreek ster dit een wankele basis om verder te gaan. Op verzoek van de voorzitter zegt wethouder Vermeulen ten aanzien van de opmerkingen van de heer Geerts, dat er thans geen vergoedingsrege lingen zijn en dat er bij het dagelijks bestuur geen behoefte bestaat

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 230