- 28
Zij zijn beroepshalve bij dit commissiewerk betrokken en ik meen, dat
het redelijk is, dat zij slechts in incidentele gevallen met gemeentelijke
avonddiensten belast worden. Ons provinciaal bestuur, dat ook de openbare
commissievergaderingen als regel in de middaguren houdt, kan hiervoor een
goed voorbeeld zijn.
Burgemeester, ik wil nu nog graag een overstapje maken naar een
"luchtiger" onderwerp, ofschoon ook hier een "luchtje" aanzit.
U bent ons beschreven als een milieuvriendelijk man. Die zijn er gelukkig
vele! Maar nu doet zich het merkwaardig verschijnsel voor, dat een groot
aantal van hen wel ijveren voor een schoon milieu in de buitenlucht
- soms zelfs wel erg fanatiek -, maar dat dit milieubewustzijn met het
binnengaan van werkruimten en vooral van vergaderruimten ver verdwenen
blijkt te zijn. Velen van ons zijn gelukkig wakkergeschud nu de wetenschap
duidelijk heeft aangetoond, dat een langdurig verblijf in ruimten, waar
vrij veel gerookt wordt, zowel voor rokers als voor niet-rokers niet
alleen hinderlijk, maar ook erg slecht is voor de gezondheid. Met een
variant op een bekend franse uitdrukking, meen ik dus te mogen stellen:
"Fumer, c'est mourir un peu". Gelukkig heb ik al ervaren, dat u ook binnen
de vergadermuren milieuvriendelijk bent. Dat geeft mij een groot vertrouwen,
dat wij in goed overleg met rokers en niet-rokers binnen ons bestuur en
onze werkgemeenschap, erin zullen slagen, ook voor dit probleem redelijke
oplossingen te verkrijgen.
Burgemeester, ik wil besluiten met het uitspreken namens het hele gemeente-
personeel van de hoop en verwachting, dat wij van de aanvang af in een open
relatie met u zullen kunnen werken aan het welzijn van de gemeenschap
Etten-Leur
Persoonlijk zou ik hier nog aan toe willen voegen, dat u in alle opzichten
op mijn loyale steun en medewerking zult kunnen rekenen, niet alleen in
mijn wettelijke opdracht van eerste adviseur en ".bijstandsverlener" van
de gemeenteraad en van het college van burgemeester en wethouders, maar
ook van de burgemeester als gemeentelijk bestuursorgaan.
Onze eerste contacten hebben mij bovendien het volle vertrouwen gegeven,
dat, ook in het persoonlijk vlak, heel goede verhoudingen kunnen ontstaan.
Voor mensen, die vrijwel dagelijks zoveel met elkaar moeten samenwerken,
is dit van bijzonder groot belang.
Burgemeester, ik eindig met de wens, dat het u, uw vrouw en uw kinderen
in alle opzichten goed moge gaan in deze gemeente en dat ook onze gemeen
schap uw komende burgemeestersperiode in Etten-Leur als een groot goed
zal mogen ervaren."
Nadat het applaus verklonken is, geeft de voorzitter het woord aan deken
Sterkens, die te kennen heeft gegeven mede namens de bisschop van Breda
te zullen spreken:
"Bisschop Ernst van Breda was vandaag verhinderd. Hij heeft me gevraagd om
hem hier te willen vertegenwoordigen om een gelukwens uit te spreken aan
de nieuw geïnstalleerde burgemeester, en een gelukwens aan de gemeente
Etten-Leur.
Een wens dus van geluk, die in zal houden, de voortzetting van de goede
verhoudingen, die er in deze gemeente altijd geweest zijn tussen de
burgerlijke en kerkelijke voorgangers. Daarbij denkt ook de bisschop in
dankbaarheid aan burgervader Oderkerk - en ik noem hem met opzet
"burgervader"- en in dankbaarheid ook, - en ik noem ook hem met opzet zo -,
aan Leon de Bruijn die, ad interim, deze gemeente heeft geleid. Zij zijn
duidelijk een voorbeeld, dat het gezag niet komt uit een benoeming, een
installatie of een wijding, maar dat gezag iets heeft van "te zeggen
hebben", "gehoor kunnen vinden". Ik denk dat de sterkte van de voormalige
burgemeesters hier is geweest, dat zij hebben kunnen luisteren naar wat