- 22 - gelegenheid, toch nog eens zeggen dat de benoemingsprocedure van de burgemeester, nadat de Commissaris der Koningin zijn aanbeveling heeft uitgebracht aan de minister, langzamerhand op ondoorzichtige paden is vastgelopen. Iedereen schijnt beter geïnformeerd te zijn dan de raad en de candidaat-burgemeester zelf. De ondoorzichtigheid van deze procedure moet doorbroken worden opdat de inspraak van de raad, op zich zelf een groot goed, weer niet ont kracht wordt. De verdeling van de burgemeestersposten wordt langzamer hand een spel waarin de vrije krachten van de landelijke partijpolitiek een te grote rol wordt toebedeeld. De burgemeester is in de eerste plaats bestuurder van de lokale gemeen schap, en daarom heeft die gemeenschap het recht te worden geïnformeerd. Wellicht zou het raadzaam zijn indien de Minister toestaat dat de aanbeveling van de Commissaris der Koningin aan de leden van de raad wordt bekend gemaakt, waarbij ik er van uitga, dat dezelfde informatie wordt verstrekt aan de candidaten die op de aanbeveling staan. Deze gang van zaken voorkomt de gedachte dat het wettelijk vastgelegde samenspel tussen Commissaris van de Koningin en de Minister in deze tijd wordt gefrustreerd door ondoorzichtig geheim beraad achter partijpolitieke deuren, en het voorkomt het feit dat de krant de enige informatiebron is voor de belanghebbenden zelf. Leden van de raad, met veel aandacht heb ik het door u geschetste profiel van de nieuwe burgemeester gelezen. Uiteraard begrijpen u en ik dat niemand natuurlijk aan de optelsom van idealen zal kunnen voldoen. Een profiel blijft slechts een schetsmatige gelijkenis van de zijkant af gezien, nu wij elkaar hebben leren kennen, zie ik u liever recht in de ogen. Ik weet dat u veel van de nieuwe burgemeester verwacht. Toch geloof ik dat ik uw verwachtingen nader mag interpreteren door te stellen, dat van mij niet moet worden verwacht een solitair optreden. Neen, uw en mijn eigen verwachtingen liggen in het collegialiteitsbeginsel van college van burgemeester en wethouders besloten, én in een goede samenwerking met de raad. De universele burgemeester bestaat niet. Een ieder zal op zijn eigen wijze het ambt vervullen. Maar in die taakvervulling zullen toch altijd wel gemeenschappelijkheden naar voren komen. De burgemeester moet immers bruggenbouwer, arbiter, promotor, vertrouwensman en coördinator zijn. Zo denk ik dat uw nieuwe burgemeester zal trachten het door u geschetste profiel voor ogen te houen, er van uitgaande dat wederzijdse vertrouwen en openheid de peilers vormen voor een goede relatie met u allen. En nu ik het woord openheid heb laten vallen, kan ik niet nalaten te zeggen dat ik het onder 5 genoemde punt van uw profielschets als een aansporing beschouw. In openbaarheid en openheid worden de burgers meer betrokken bij het bestuur. Zij kunnen dan van dichtbij ervaren dat besturen is: "elkaar overtuigen". Als voorzitter hoop ik u daartoe de noodzakelijke ruimte te geven, er van uitgaande dat ik niet boven u sta, maar temidden van u, temidden van, het bestuur, dat door u wordt gevormd en bepaald. Heren wethouders., uit de prettige kennismaking met u en uit de ver deling van werkzaamheden heb ik al kunnen opmaken waarnaar uw belang stelling uitgaat.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 198