- 21 - Onder het uitspreken van de laatste woorden draagt wethouder de Bruijn, onder applaus, de ambtsketen over aan burgemeester Houben, waarna deze het woord verkrijgt: "Alvorens ik mijn rede aanvang dank ik Hare Majesteit de Koningin voor mijn benoeming tot burgemeester van Etten-Leur. Ook gaat mijn dank uit naar de Commissaris der Koningin en de Kabinetschef mr. Houwen die hier vandaag aanwezig heeft willen zijn. Een. speciaal welkom aan mijn schoonouders, de heer en mevr. van Lanschot, wier vriendschap en voorbeeld voor ons steeds een grote steun zijn. En in het bijzonder gaan mijn gedachten uit naar mijn lieve moeder, die door ziekte niet aanwezig kan zijn en naar mijn dierbare, onvergetelijke vader. Een speciaal woord van welkom aan de heer Le Clerq, wiens aanwezigheid ik op hoge prijs stel. Toen ik vandaag op weg was naar Etten-Leur dacht ik nog eens aan de woorden van burgemeester Oderkerk die hij uitsprak bij gelegenheid van zijn installatie als burgemeester van Etten-Leur. Vooral trof mij de zinsnede waarin hij vraagt aan Hem in Wien alle gezag wortelt, Zijn onmisbare zegen te blijven geven. Leden van de raad, als ik denk aan de woorden van ereburger Dr. Mol, van enige jaren terug over de periode Oderkerk waarvan hij zegt, dat in deze elf jaren meer voor het volkswelzijn in Etten-Leur is gedaan dan in de elf decennia daarvoor, dan is het ontegenzeggenlijk, dat de wens van burge meester Oderkerk bij zijn installatie is vervuld en het bestuur van Etten-Leur onder zijn leiding en vooral dank zij zijn leiding rijkelijk is gezegend. Zegen en kracht die wij nu vragen voor zijn vrouw en kinderen. Moge de inspiratie die van hem is uitgegaan bij ons blijven. Het onuitspreekbaar vele wat hij zonder zichzelf te ontzien voor Etten-Leur heeft gedaan blijft diep in het hart van deze gemeente gegrift. Loco-burgemeester de Bruijn, ik ben u zeer dankbaar voor de wijze waarop u mij en mijn vrouw hebt ontvangen. Uw inspanningen om ons gezin zo spoedig mogelijk in Etten-Leur thuis te doen zijn stel ik op hoge prijs. In de ontmoetingen die wij tot nu toe hebben gehad, heb ik al spoedig ont dekt een goede en menselijk bestuurder naast mij te weten, een wijze raad gever waarop ik graag zal terugvallen. Wethouder de Bruijn, als loco-burgemeester hebt u zich met heel uw persoon gegeven aan de waarneming van het burgemeestersambt, zoals men dat als wethouder al van u gewend was. U hebt heel veel tijd en uw energie aan de gemeenschap besteed en zoals u zelf hebt gezegd, u hebt deze waarnemingsperiode ervaren als uitermate boeiend. Wees er van overtuigd dat ik er op uit zal zijn om mee te besturen vanuit het gezamenlijk overleg, waarbij voor mij een goede teamgeest voorop staat. Moge vanuit" deze instelling de boeiende periode voor u nog niet zijn beëindigd en moge u in gezamenlijkheid met het voltallige college nog heel veel mooie jaren tegemoet gaan. Ik dank u voor uw grote inzet en wij blijven op u rekenen voor de toekomst. Leden van de raad, uw vriendelijk onthaal heeft mij zeer verrast. Eveneens verrast werd ik toen mijn kleine dochter Nathalie enige maanden geleden van school thuis kwam met de mededeling dat wij zeker gingen verhuizen. Een mededeling waarvan ik op dat moment zelf niets wist, maar die later werd bevestigd door de persmedia. Toen heb ik een moment aan u, leden van de raad van Etten-Leur gedacht, die over de voortgang van de burgemeesters benoeming van Etten-Leur wellicht even weinig als ik zou weten, namelijk helemaal niets. U begrijpt dat ik sindsdien met meer dan grote belangstel ling de krant heb gelezen om te zien of ik wellicht benoemd was. moet mij deze badinerende woorden maar vergeven, maar ik wil bij deze

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 197