- 17 - Met genoegen memoreer ik overigens de "buitengewone raadsvergadering op 21 juni van het vorige jaar waarin wij onze wensen omtrent de te "benoemen "burgemeester uiteengezet he"b"ben ten overstaan van de Commissaris der Koningin. De raad heeft toen de belangrijkste beleidsvoornemens geschetst en conclusies getrokken ten aanzien van wenselijke eigenschappen van de te benoemen burgemeester. De centrale beleidsproblemen voor de naaste toekomst roep ik nog eens in herinnering op: 1 de vaststelling van het struktuurplan voor de gemeente. Naast de keuze van nieuwe woongebieden komt daarbij ook aan de orde het treffen van verantwoorde maatregelen om de groei van Etten-Leur in de gewenste banen te leiden. 2. De problemen rondom het tracé van de rijksweg en de oplossing van binnengemeentelijke problemen op het terrein van het verkeer. 3. De uitbreiding van het gemeentehuis waarvoor medewerking van het provinciaal bestuur verkregen is voor de aanvangsfase. Ten behoeve van de realisering van het vervolg daarop, kan die mede werking node gemist worden. 4. De huisvesting van ons politiekorps vraagt dringend om een voor ziening. De plannen daarvoor zijn gereed, maar de financiering is nog niet rond. 5. Ondanks de formidabele groei van onze werkgelegenheid sinds de vijftiger jaren moet de industriële en dienstensektor nog uit breiden. Deze strukturele problematiek is vandaag de dag des te ernstiger door enkele dreigende sluitingen. 6. Beleidsvragen met betrekking tot onze voorlichting en de demo- kratisering van het gemeentelijk besluitvormingsproces dienen onder leiding van de nieuwe burgemeester beantwoord te worden. 7. Gewestvorming en intergemeentelijke samenwerking. Ik hecht eraan, dames en heren, op dit laatste punt wat nader in te gaan. In het verleden heeft onze gemeenteraad bij herhaling blijk gegeven van zijn duidelijke voorkeur voor intergemeentelijke samenwerking in één West-Brabants verband bij de behartiging van de grote ge westelijke problemen. In dit gebied bestaan echter twee afzonder lijke streekgewesten, verbonden in een gezamenlijk contactorgaan. Wij betreuren deze situatie, omdat het bestaande contactorgaan voor beide gewesten te zwak gestruktureerd blijkt en te weinig volwaardige steun krijgt voor een passende aanpak van grootge- westelijke vraagstukken. Ik denk hierbij ondermeer aan enkele bijzonder urgente West-Brabantse problemen, als werkgelegeheidsbeleidstreekplan, verstedelijkings- nota en tweede luchthaven. Het zal duidelijk zijn, dat de twee niet streekgewestelijk gebonden gemeenten Oosterhout en Etten-Leur hierbij sterk betrokken zijn. Dit geldt ook, en zeker voor wat het werk gelegeheidsbeleid betreft, voor de gemeente Rucphen, die evenmin streekgewestgebonden is. En met de gemeente Rucphen kom ik op het tweede grote bezwaar, waarom Etten-Leur tot dusver niet is ingegaan op de aandrang om toe te treden tot het stadsgewest Breda. Etten-Leur heeft namelijk ook vele relaties - waaronder belangrijke gemeenschappelijke regelingen - met een aantal ten westen van Etten-Leur gelegen gemeenten, met name Rucphen en Hoeven, die beide niet tot het gebied van het stadsgewest Breda gerekend worden. Aansluiting van Etten-Leur bij het stadsgewest Breda zou volgens ons onder de gegeven omstandigheden een vergaande amputatie betekenen,

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 193