- 13 - Wethouder Luijkx vraagt hierna het woord en richt zich als 2e loco burgemeester mede namens de beide andere wethouders en de leden van de raad, met de volgende woorden, heel speciaal tot de voorzitter: "Nu wij staan aan de vooravond van de overdracht van de voorzitters hamer aan de man die onze gemeente een nieuwe leiding gaat geven (en waar wij inmiddels reeds allen kennis mee gemaakt hebben) heb ik als tweede loco behoefte om, met instemming van mijn collega wethouders en de raad, een enkel woord te zeggen, tot u loco burgemeester. Naast de grote schok die wij allemaal (alhoewel de laatste weken misschien wat voorzien) moesten verwerken bij het heengaan van onze voortreffelijke burgemeester Oderkerk, was het voor u, heer de Bruijn, behoudens een zware opgaaf, die opengevallen plaats te gaan vervullen. Maar al leek dit een onmogelijke opgaaf, niemand heeft eraan getwijfeld, dat gij dit met uw inzet wel zou klaren. En gij hebt dit geklaard. Naast onze secretaris, de heer Josten, alle hoofdambtenaren met hun bureau's en wat steun van uw collega- we.thouders en medewerking van de raad, en wellicht ook de hulp en steun van uw lieftallige dochter, groeide gij in zeer korte tijd uit tot een volleerd burgemeester. Al die maanden gunde u zich zelfs niet één dag vakantie en gij bleef "mijnheer" en "wethouder de Bruijn", en voor vele ingezetenen zelfs gewoon "Leon". Uw besprekingen, op een heel ander niveau dan gij gewend waart, de besluiten, die gij vaak moest nemen, vervulde u wel eens met de nodige zorg, en knaagde zelfs wel eens aan uw humeur, maar op een zodanige manier, dat weinig ingezetenen daar iets van gemerkt hebben. Ik weet toevallig dat u vaak nogal eens minder prettige dingen naar uw hoofd geslingerd kreeg, maar u kon dit accepteren, omdat gij overtuigd waart, dat ge uw eerlijke mening had gegeven. Dit kon u doen, omdat uw vaderlijke bezorgdheid voor allen, wier belangen gij had te dienen (want gij waart geen heerser maar een dienaar) zo groot was. Bezorgdheid ook voor de mensen die u zo na aan het hart liggen. Het "neen", dat ge nogal eens moest laten horen deed u pijn, vooral ook omdat men bijna in alle gevallen niet begreep, dat u vanaf die plaats het gemeentebelang, en ook vaak de wet, te dienen had. Collega's, raadsleden, ik ben ervan overtuigd, dat ik namens u allen spreek, wanneer ik ons aller collega de Bruijn, alle lof toezwaai en tevens ons aller dank betuig, voor zijn inzet en zijn collegialiteit tegenover ons allen. Maar, ik kan collega, niet nalaten een frappante uitlating hier te herhalen, die ik op de jongste nieuwjaarsreceptie toevallig hoorde, omdat ik naast u stond. Iedere rasechte ingezetene kan zonder meer raden waar die vandaan kwam. En hij luidde als volgt: "loco-burgemeester ik heb al zes burgemeesters overleefd; kerel zorgt da ge .weg komt", tfelnu, het is zover. Onze nieuwe burgemeester heeft ons op een informele bijeenkomst zijn medewerking toegezegd. Laten wij hem en zijn gezin spontaan tegemoet treden en ook hem ons vertrouwen schenken. Loco burgemeester nogmaals onze hartelijke dank voor uw inzet en uw collegialiteit en vooral uw vriendschap, in de tijd van uw waarneming. Ik hoop, als collega raadslid en wethouder, dat gij met uw lieve dochter nog lang met plezier moogt terugzien op deze interim-periode die gij met zoveel verve hebt volbracht.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1977 | | pagina 189