de onderhoudsarme oplossing.
De heer Fransen zegt dat zijn fractie ook de verkoop van deze woningen
voorstaat. Verder spreekt hij de diepe teleurstelling uit over het
feit, dat het rijk geen aanleiding heeft gevonden om in deze herstel-
kosten een bijdrage te verstrekken.
Met nog een korte toelichting stelt de voorzitter het collegevoorstel
met advies van de commissie algemene zaken, ruimtelijke ordening en
coördinatie en de commissie huisvesting, tot vaststelling van het
woningbouwprogramma 1977 aan de orde
De heer Aerts stelt vast dat in het bouwprogramma is opgenomen, dat
burgemeester en wethouders de bevoegdheid hebben om in bepaalde gevallen
hiervan af te wijken. Dat acht hij juist en dat ondervangt waarschijnlijk
enkele kleine opmerkingen die hij met betrekking tot dit programma
heeft, zoals de gestelde 18-jarige leeftijd, waarop een kopersverklaring
verkregen zou kunnen worden.
De voorzitter zegt dat die 18-jarige leeftijd ook in de rijksregelingen
voorkomt. Overigens verwacht hij niet dat we daarmee in de praktijk
vaak geconfronteerd zullen worden.
De heer Fransen zegt dat zijn fractie de kwestie van de kopersverklaringen
het liefst behandeld had gezien bij de huisvestingsnota. Hij hoopt
dat daarop bij de behandeling van deze nota alsnog op teruggekomen kan
worden.
De heer Quaijtaal zegt dat zijn fractie kan instemmen met het voorstel.
Hij complimenteert het college met name voor het eerder beschikbaar
stellen van 22 kavels als leerlingbouwplaatsen. Het is echter wel een
feit, dat er een jaar lang geen jeugdige werkloze bouwvakkers zijn
geweest, die op een dergelijke bouwplaats tewerkgesteld zouden kunnen
worden. Hij vraagt om het Gewestelijk Arbeidsbureau te verzoeken om
bij hun regelmatige opgave van het aantal werklozen in het vervolg
ook het beroep te vermelden. Dit zou het totaalbeeld in belangrijke
mate verduidelijken. Verder vraagt hij zich af of de minister van
Sociale Zaken enkel jonge bouwvakkers van een dergelijke maatregel wil
laten profiteren. Kan vanuit de raad en burgemeester en wethouders geen
verzoek aan het ministerie worden gedaan om voor jeugdige werklozen
ook een bepaald andersgericht projekt beschikbaar te stellen.
Een 2e punt, waarop spreker de aandacht wil vestigen betreft zijn kennis
name van het feit, dat op de L.T.S. aan de ouders geadviseerd wordt
om hun kinderen toch niet te snel te laten kiezen voor een opleiding
in de bouw, omdat daarin zo'n grote werkloosheid is. De cijfers van
het Gewestelijk Arbeidsbureau wijzen echter uit, dat de jeugdige
bouwvakkers niet werkloos zijn. Dit advies zou dan ook gewijzigd moeten
worden. Hij zou dit graag onderzocht willen zien.
De voorzitter zegt toe, dat over deze problematiek contact met het
Gewestelijk Arbeidsbureau zal worden opgenomen.
De heer Geerts zegt, dat de structuurplaninspraak heeft geresulteerd
in een algemene keuze voor een groei in het tempo van het z.g.
ontwikkelingsvariant IIDe voorzitter wijst er hierbij op, dat dit
wel juist is, maar dat de daarbij gehanteerde inwonersaantallen veel
te laag waren. De heer Geerts is het hier wel mee eens, maar herinnert
eraan, dat volgens deze variant het aantal te bouwen woningen ongeveer
280 per jaar zou dienen te zijn. Het bouwprogramma van vorig jaar was
hoger. Gezien de programma's van vorige jaren mag niet worden verwacht,
dat er een achterstand is in de noodzakelijke bouw volgens variant II.
Het contingent 1977 bedraagt, incl. de niet gerealiseerde woningen van