- 8 - kon komen. Wel blijkt er een algemene tendens om de groei in meerder of in mindere mate af te remmen. In het algemeen staat men wel achter een voortzetting van een -selectief - werkgelegen heidsbeleid, niet in het minst in de dienstensector. Overigens biedt de Verstedelijkingsnota nog geen duidelijkheid over de vraag in welke omvang er aan Etten-Leur een overloopfunctie wordt toe bedacht, zodat ook niet kan worden beoordeeld in hoeverre deze functie past in de ontwikkeling, die de gemeente voor zich zelf zou willen uitstippelen. Hierbij zal echter niet zondermeer voorbij gegaan kunnen worden aan beslissingen van rijk en provincie op het terrein van de ruimtelijke ordening. Bij al deze onzekerheden kan in dit stadium de voorlopige reactie van gemeentewege niet anders dan zeer terughoudend en met alle voorbehoud voor het te kiezen toekomstig beleid gesteld worden, dat voorzover er in deze randstadoverloop zou moeten plaatsvinden, dit in ieder geval gepaard zal moeten gaan met gelijktijdige uit breiding van de werkgelegenheid, zoals ook door vele andere bij West-Brabant betrokken instanties reeds eerder werd gesteld. Met het provinciaal opbouworgaan en vele anderen wordt een aan zienlijke verruiming van de inspraakperiode en een beter inzicht in de gevolgen van deze verstedelijkingsnota noodzakelijk geacht. De nota ligt vanaf 22 juni voor raadsleden en voor de leden van de commissie voor algemene zaken ter inzage, terwijl een wegwijzer en samenvatting hiervan inmiddels ook in de openbare leeszaal voor belangstellenden ter inzage is gelegd.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1976 | | pagina 66