- 176 - Tevens vraagt ze of in Etten-Leur Noord ook tennisbanen worden aangelegd. Wethouder Klep antwoordt hierop, dat het aanleggen van tennisbanen in Etten-Leur Noord te kostbaar is. Hij zegt voorts, dat niet alleen de kosten voor het aanleggen van tennisbanen onbetaalbaar zijn, maar dat de kosten van accommodatie ook veel te hoog zullen zijn. De heer Fransen deelt mede, dat zijn fractie het niet eens is met het feit, dat restitutie voor een bedrag van 3.401,36 gegeven wordt aan de T.C. Etten-Leur. Hij ziet liever, dat dit bedrag in de vorm van een eenmalig subsidie wordt gegeven dan dat dit bedrag wordt gerestitueerd. Mevrouw Jacobs deelt mede, dat, uitgaande van het advies van de V.T.B., voor 10 banen 35.000,betaald moet worden. In dit bedrag zijn ook de kosten voor het onderhoud begrepen. In de brief van burgemeester en wethouders staat, dat, indien een man gedurende het seizoen op het tennispark geplaatst moet worden, dit bedrag hoger zou uitvallen, n.l. f 23.401 ,35 16.250,39.651 welke bedrag dus ruim 4.000,hoger is dan het adviesbedrag van de V.T.B. Naar aanleiding hiervan zegt mevrouw Jacobs, dat die ƒ16.250,die de club toch moet betalen voor onderhoud van de banen en uitgaande van het advies van de V.T.B.de club een bedrag van 35.600,ƒ16.250, 19.350,zou moeten opbrengen inplaats van, zoals op de begroting staat, 23.400,Dit houdt dus in, dat de club dan 4.050,minder behoeft te betalen. Bovendien zegt mevrouw Jacobs, dat op het investerings plan voor 1977 een bedrag voor de aanleg van 3 gravelbanen is uitgetrokken, maar een bedrag van 100.000,als onrendabel wordt vermeld. Hiervoor vraagt zij een verklaring. Naar aanleiding van de eerste vraag van de heer Fransen deelt wethouder Klep mede, dat het geven van een eenmalig subsidie hetzelfde effect zou hebben als het bedrag te restitueren. Maar deze manier is wel een omweg en daarbij zouden wij te maken hebben met de subsidienota, die wel een zekere projectsubsidie toestaat, maar alleen voor eenmalige projecten, hetgeen hier niet het geval is omdat hier sprake is van een bestaande vereniging en daarom blijvend is. Zodoende kan hier niet gesproken worden van een aanmoedigingssubsidie zoals met een projectsubsidie wordt bedoeld. Het resultaat zou toch hetzelfde blijven maar de nu voorgestelde weg is ook voor de administratie veel gemakkelijker omdat het tarief het eerste jaar iets minder zal zijn, het tweede jaar iets hoger en het derde jaar kan dan bijgestuurd worden met een trendmatige verhoging. Mevrouw Jacobs vraagt of dit wel juist is. Wethouder Klep beaamt dit. Naar aanleiding van de vraag van mevrouw Jacobs inzake het onrendabele bedrag van 100.000,deelt wethouder Klep mede, dat dit onjuist is omdat thans de werkelijke cijfers gehanteerd zijn. Hij zegt verder, dat mevrouw Jacobs uitgaat van het advies van de V.T.B. en dat burgemeester en wethouders uitgegaan zijn van de werkelijke cijfers. Mevrouw Jacobs zegt hierop, dat het advies van de V.T.B. uitgaat van een prijs inclusief de kosten van het onderhoud van 35.600,maar de gemeente gaat uit van een bedrag van 39,641,exclusief de onderhouds kosten. Daarom vindt ze het billijk, dat van het advies bedrag het bedrag voor onderhoud wordt afgetrokken en het bedrag dat dan overblijft verge leken wordt met de werkelijk gemaakte kosten door de gemeente. Wethouder Klep zegt hierop, dat de onderhoudskosten misschien dezelfde kunnen zijn in het advies als de werkelijke kosten, maar de andere kosten zijn voor de gemeente kennelijk hoger. Mevrouw Jacobs zegt hierop, dat wethouder Klep nu toegeeft, dat de werke- lijkè. kosten inderdaad 4.000,hoger zijn dan de advieskosten. Wethouder Klep antwoordt hieropdat hij dit wel degelijk heeft aangetoond. Hierop vraagt mevrouw Jacobs, indien de exploitatiekosten voor 100% ge dragen moeten worden door de vereniging zelf, waarom dan op de investering vermeld staat, dat dit bedrag voor 100% onrendabel is. Wethouder Klep beaamt, dat dit inderdaad onjuist is.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1976 | | pagina 321