- 167 - over de door de fractievoorzitters gestelde vragen. Na een ruime schorsing heropent de voorzitter de vergadering en stelt vast, dat de heer van Harssel de vergadering heeft verlaten. Hierna begint de voorzitter de aan hem gestelde vragen te beantwoorden. Naar aanleiding van de vraag van de heer Vermeulen met betrekking tot de stichting van de M.T.S. deelt de voorzitter mede, dat er regelmatig contacten bestaan tussen het college en de schoolbesturen en dat in het laatst vastgestelde deelplan de M.T.S. voor Etten-Leur weer is opgenomen. Op de tweede vraag van de heer Vermeulen over de Mirovestiging deelt de voorzitter mede, dat het college de nodige voorzichtigheid zal betrachten en indien er meer informatie over komt zal zeker in een later stadium de raad en de commissie algemene zaken hierover worden geïnformeerd. Naar aanleiding van de vraag van de heer Frans sen en van mevrouw Zuijdwijk met betrekking tot de te realiseren uitbreidingsplannen-metname voor Etten-Leur-Noord deel II, deelt de voorzitter mede dat dit plan bedoeld is ten noorden van de Korte Brugstraat tot aan de Brandseweg met het Van Bergenplein, waarvoor reeds een voorontwerp is. Vervolgens zegt de voorzitter, dat intussen iopddacht is gegeven aan de stedebouwkundige om van aansluitende plannen (Lange Brugstraat met een eventuele oostelijke uitbreiding naar de Pleinstraat en mogelijke uit breiding tussen Brandsestraat en Kwadestraat) op korte termijn een studie te maken. M.bvt. de vraag van de V.V.D. ovër de constatering, dat bij hèt structuurplan de middenstand slecht vertegenwoordigd was, deelt de voorzitter mede, dat dit inderdaad juist is. Voor wat betreft de gestelde vragen van Appèl en de Progressieve Combinatie om niet langer te wachten met een uitspraak over de programmafase van het struktuurplan en hierin niet te betrekken de nota huisvesting, deelt de voorzitter mede, dat het woon- en huisvestingsbeleid zeker een wezenlijk onderdeel is van het straks vast te stellen groeibeleid. Dit kan .hierbij niet gemist worden. De voorzitter zegt toe op zo kort mogelijke termijn het gevraagde gereed te zullen hebben. Belangrijke vertraging is hiervan niet te verwachten. Cbde vra^van de heer Fran^sen de grondaahkopeii in het pldn Hooghuij.a Voert te zetten antwoordt de voorzitter, dat hiermede wel doorgegaan moet worden daar het overgrote gedeelte reeds in eigendom van de gemeente is en er anders moeilijkheden kunnen ontstaan. Op de vraag van de heer Fransen waarom er geen aktie ondernomen is toen de apotheek in Etten-Leur Noord opgeheven is, deelt de voorzitter mede, dat een apötheek een particuliere zaak is waar het college als zodanig niets mee te maken heeft en verder was deze zaak reeds rond eer het college er kennis van had kunnen nemen. Nochtans heeft de firma Sturm zich wel bereid verklaard een oplossing te scheppen voor een uitleenpost. Naar aanleiding van de vraag van de heer Aerts of er mogelijk nog enige verschillen toegepast kunnen worden bij de uitbreidingen van de woningen in het landelijk gebied, deelt de voorzitter mede, dat er binnenkort een nota komt betreffende het buitengebied en daar zal in een later stadium op worden teruggekomen. Op de vraag van de heer Luijkx waar de 1400 uur schoonmaakkosten vandaan komen voor het schoonmaken van de veemarkthal, deelt de voorzitter mede, Aar er nu noe geen antwoord op gegeven kan worden maar hij zegt toe diï antwoord nog te zullen toezenden. Naar aanleiding van de vragen van de heren Aerts, Vermeulen en Luijkx hoe het is met het arbeidsbureau, het politiebureau en het gesprek met de Rabobank, deelt de voorzitter mede, dat het arbeidsbureau een woonlaag van de Rabobank in gebruik mag nemen, maar zeker is, dat niet het totale arbeidsbureau erin gehuisvest kan worden, dus maar een gedeelte. Verder is er nog een gesprek geweest met de Rabobank en de indruk van het college was, dat er van beide zijden goede stappen vooruit gezet zijn. De voorzitter voegt eraan toe, dat toen het plan bekeken was, er geen bezwaren meer waren.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1976 | | pagina 312