- 166 - Op de vraag van de heer Geerts met betrekking tot de openbaarheid van de commissievergaderingen of deze wel of niet behandeld was door het col lege, deelt de voorzitter mede, dat het college wel degelijk van plan was om erop in te gaan maar de reden, dat dit nog niet gebeurd is, ligt aan ^0 iro6V6 omstandigheden die zich hebben voorgedaan, hetgeen heeft ingehouden, dat hiermede is gewacht tot er weer een voltallig college aanwezig is. De voorzitter memoreert nog even dat de raad in het verleden hiermee accoord gegaan was. Voor wat betreft de vragen van de Progressieve Combinatie en de heer Aerts met betrekking tot de bezorgheid over de werkgelegenheid, deelt de voor zitter mede, dat dit een zeer moeilijke zaak is en de feiten die de heer Aerts aandroeg, het college ook vanmorgen reeds bekend werden. De voor zitter zegt, dat er verschillende gesprekken met de vakbonden hebben plaatsgehad'en voegt eraan toe wat er gedaan gaat worden dodr o.m. een nota aan de raad van bestuur uit te zenden die samengesteld gaat worden mede aan de hand van de gegevens die het college heeft van de vakbonden. De voorzitter zegt, dat het gemeentebestuur bij vestigingen wel aktief kan zijn als er in Etten-Leur een industrie zich aandient vooral bij een voor de gemeente aantrekkelijke industrie, maar bij sluiting moet de gemeente nu eenmaal passief zijn, temeer omdat het gemeentebestuur de gegevens soms te laat doorkrijgt, soms wanneer de sluiting al voorbij is. Dit laatste wordt door het gemeentebestuur ten zeerste betreurd. Nadat de voorzitter de voor zijn portefeuille gestelde vragen heeft beantwoord, geeft hij het woord aan wethouder Luijkx. Over vraag 18, waar Appel en de heer Geerts iets over gevraagd hebben, deelt wethouder Luijkx mede met betrekking tot de veiligheid van de schoolgaande kinderen, dat dit een aanhoudende zorg is van het college en dat de korpschef zich heeft gewend tot alle schoolhoofden in hoeverre zij behulpzaam kunnen zijn in deze en dat slechts êén schoolhoofd gerea geerd heeft, dat hij nog geen tijd hiervoor heeft kunnen vrijmaken. Aangaande vraag 29 van de Progressieve Combinatie over het kostenbesef deelt wethouder Luijkx mede, dat waar het enigszins mogelijk is, eigen diensten worden ingeschakeld. Het werk van eigen mensen kost echter ook geld. Wethouder Luijkx deelt de heer Fran^sen nog mede, dat hier het afgelopen jaar heel veel werk van gemaakt is. Aangaande vraag 34 van de heer Luijkx met betrekking tot de aangeplante bomen, deelt wethouder Luijkx mede, dat het bedroevend is, dat door de afgelopen droogte zeer veel bomen zijn afgestorven. Voorts deelt wethouder Luijkx mede, dat in het herplanten van afgestorven bomen wordt voorzien. Aangaande vraag 37 van de heer W. Luijkx en de Progressieve Combinatie over de verlichting van het Plan Buitengebied, deelt de wethouder mede, dat dit via het investeringsplan 1976 wel in 1976 in de raad geweest is en waarin de urgentie is vastgesteld. Het wordt uitgevoerd naar gelang er middelen beschikbaar komen. Aangaande vraag 38, hetgeen handelt over de verharding van de wegen ant woordt wethouder Luijkx, dat er in het begin van 1977 bekeken zal gaan worden wat de mogelijkheden zijn voor het verkrijgen van een subsidie of anders zal in de commissie nader in beraad gegeven worden of toch tot uitvoering besloten moet worden. Aangaande vraag 39 over het verharden van bermen antwoordt wethouder Luijkx, dat de wensen van bewoners niet altijd de gewenste oplossing geven en dat de uitvoering afhankelijk is van de beschikbare middelen. De wethouder zegt toe de mogelijkheden na te gaan om zo spoedig mogelijk te komen tot, wat de bewoners van de Zundertseweg en de Haansberg bedoelen, deze weg een halve meter te verbreden want wanneer dit met de volledige subsidie up totdate gemaakt moet worden, zal dit zeker nog wel 3 jaar duren hetgeen natuurlijk zeker niet de bedoeling is.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1976 | | pagina 311