- 164 -
terug te trekken.
Ten aanzien van het antwoord op vraag 45 met betrekking tot de Hinderwet
en Milieuzaken vraagt de heer Geerts om toezending van een soort afwer
kingsprognose van de hinderwetvergunningen.
Ten aanzien van het antwoord op vraag 64 gaat de Partij van de Arbeid-
fractie accoord met het laten staan van deze begrotingsposten mits in
de eerste raadsvergadering van 1977 voorstellen hieromtrent worden gedaan.
Ten aanzien van het antwoord op vraag 72 met betrekking tot de bemiddeling
door derden tot verkoop van bouwgrond, gaat de P.v.d.A.-fractie ermee
accoord dit aan de orde te stellen bij het woningbouwprogramma 1977 mits
ondertussen niet meer dergelijke gronden zullen worden verkocht.
Ten aanzien van het antwoord op vraag 74 met betrekking tot de kwestie
van de wijkcentra is de P.v.d.A. anders dan het college van oordeel, dat
de functionering van deze bestaande wijkcentra over het algemeen niet
buitengewoon is en niet voor de doelen waarvoor de P.v.d.A. deze zou
willen zien en de P.v.d.A. heeft eveneens niet kunnen constateren, dat
het college van plan is initiatieven te ontwikkelen in buurten en wijken
om deze zaken van de grond te krijgen. Dit betreurt de P.v.d.A. De fractie
zegt de voorzitter toe, dat zij zich hierover nader zullen beraden.
Naar aanleiding van het antwoord op vraag 85 met betrekking tot de
kwestie van de opbouwwerker deelt de heer Geerts mede, dat zijn fractie
van mening is, dat deze opbouwwerker alsnog binnen de begroting gefinan
cierd dient te worden.
Tevens deelt hij nog mede, dat zijn fractie m een later stadium nog op
een aantal onderwerpen zal terugkomen, wanneer met de voltallige fractie
hierover nader is overlegd.
Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan de heer Lucassen die mede
deelt geen vragen te hebben, waarna de voorzitter het woord geeft aan de
heer Aerts. Ook de heer Aerts dankt het college voor de ruime samenstel
ling en beantwoording van de vragen.
Het antwoord op vraag 11 met betrekking tot de bebou
wingsvoorschriften zou de fractie van de Algemene Werknemerspartij graag
willen zien. Dit zou ook wel de bedoeling zijn geweest maar in de beant
woording is volgens de fractie van de Algemene Werknemerspartij niet in
die zin waarop deze partij gedoeld heeft.
Het is zo, dat bij parti
culiere bouwaanvragen voor verbouwing van een woning in het buitengebied
een bepaald percentage van de grootte en omvang van de inhoud van de
bestaande woning geldt. De heer Aerts zou dit gewijzigd willen zien.
Naar aanleiding van het antwoord op vraag 53 met betrekking tot de moei
lijkheden die zouden bestaan met betrekking tot het aanstellen van een
servicemonteur voor het onderhoud van de gasgeisers, dringt de fractie
erop aan deze zaak warm te houden on^dat toch eventueel verwezenlijkt te
krijgen.
Met betrekking tot het antwoord op vraag 16 over het politiebureau stelt
de heer Aerts, dat het arbeidsbureau geheel zal verhuizen naar de boven
verdieping van de Rabobank met het gevolg, dat rond het Stationsplein het
verkeer weer drukker wordt, waardoor de bezwaren voor de omgeving weer
groter zullen worden. De heer Aerts vraagt het college dit nader te
bekijken.
Naar aanleiding van het antwoord op vraag 55 waarover wethouder Vermeulen
ook reeds gesproken heeft, zegt de heer Aerts, dat de waardering en/of
waarborgsom in een pot gestort worden en de rente ervan besteed wordt ter
verbetering van woningen waarna de huurvaststelling van die betreffende
woningen opnieuw gewaardeerd wordt. De fractie van de heer Aerts is van
mening, dat dan de huurders zelf deze waardering moeten gaan betalen.
Dat deze waarborgsom varieert keurt zijn fractie wel goed.
Naar aanleiding van het antwoord op vraag 86 met betrekking tot de on-
roerendgoed belasting en de hondenbelasting, vindt de fractie van de
heer Aerts, dat dit een individuele zaak is. De heer Aerts is van mening,