- 157 - tigingssysteem, zoals dat in de wet ligt verankerd, eerst na verloop van een vijf tot tien jaar wordt bereikt. Dit betekent concreet, dat de gemeente thans voor 100% van de materiële kosten moet opdraaien en voor 15% van de personeelskosten (zou moeten zijn resp. 80% en 0%). Aangezien de regeling van het bibliotheekwerk wettelijk is geregeld, zijn de uitgaven verplicht, hetgeen overigens niet betekent dat de gemeente geen zeggenschap heeft in de hoogte van de uitgaven, integen deel zelfs. De stijging van de cijfers van de primitieve begroting 1977 ten opzichte van 1976 wordt anderzijds echter grotendeels verklaard, omdat in 1977 alle kosten van het filiaal in de wijk Grauwe Polder zijn op genomen. In 1976 zijn voor wat betreft het filiaal Grauwe Polder in de primitieve begroting alleen de kapitaals lasten opgenomen. Vraag 84. Door de Werknemerspartij is gevraagd de subsidievoorwaarden voor het"amateurtoneel zodanig aan te passen, dat de in onze gemeente gevestigde toneelverenigingen aan de voorwaarden kunnen blijven voldoen. Antwoord Het zal bekend zijn, dat ons college zich onlangs -na het kennis nemen van de problemen bij Rooms Toneel- heeft beraden over de mogelijkheden het subsidie voor Rooms Toneel veilig te stellen voor de toekomst. Voor zover ons bekend levert de contributievoor schriften voor Kunst na Arbeid namelijk geen problemen op. Wij hebben hierbij overwogen, dat ëën van de uitgangspunten van de door de raad vastgestelde subsidieverordening is geweest een aantal objectieve normen te creëren, enerzijds als waarborg voor de instellingen en anderzijds als controlemiddel voor ons college. Zoveel mogelijk is ernaar gestreefd uniformiteit aan te brengen in de voorwaarden en bepalingen waaraan de instellingen moeten voldoen. Een van de gevolgen hiervan is geweest het doorvoeren van een uniforme kontributieheffing. Het motief van deze bepaling is geweest op eenvoudige wijze te kunnen bevorderen, dat eerst de eigen in komsten van de instelling tot een aanvaardbaar niveau worden opge voerd. Door middel van het voeren van een goed subsidiebeleid heeft de gemeente de taak de instellingen te prikkelen het prestatieniveau en de intensiteit van de aktiviteiten te verhogen. Wij zijn van mening, dat niet lichtvaardig mag worden overgegaan tot incidentele afwijking van de subsidieverordening, omdat hierdoor de aan deze verordening ten grondslag liggende principes wezenlijk kunnen worden aangetast. Momenteel is een voorstel in studie om tot een voor alle partijen bevredigende oplossing te komen. Een konkreet voorstel hierover hopen wij op zeer korte termijn aan de vaste commissie voor kuituur en jeugdzaken voor te leggen. Hierbij zal tevens nader worden ingegaan op de subsidiëring van het beroepstoneel. Vraag 85. Door de fractie van de Progressieve Combinatie, Appèl en de P.v.d.A. wordt opnieuw de noodzaak van de opbouwwerker aan de orde gesteld. Antwoord. Wij kunnen de behoefte aan een opbouwwerker in onze gemeente onder schrijven. Het is uw raad bekend, dat ons college herhaalde malen bij het ministerie van C.R.M. op subsidie heeft aangedrongen om aanstelling van een buurt-opbouwwerker mogelijk te maken. Bij brief van 17 juni 1976 heeft de minister van C.R.M. om budgettaire redenen afwijzend beschikt op het subsidieverzoek aangaande de aanstelling van een buurtopbouwwerker. De aanstelling van een buurt-opbouwwerker komt danook volledig voor rekening van de gemeente. Blijkens het schrijven van

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1976 | | pagina 302