- 156 - gelden te storten in een eigen reservefonds groot onderhoud. Het gemeentebestuur heeft in november 1972 en april 1973 aan de school besturen voorgesteld een gezamenlijk fonds groot onderhoud op te richten waarin ieder schoolbestuur naar rato van het aantal leerlingen zijn aandeel zou storten. Uit dit fonds zou het gezamenlijk onderhoud voor alle scholen verzorgd worden. Slechts een schoolbestuur heeft positief op het voorstel van de gemeente gereageerd. Ook stond dit schoolbestuur achter het idee van een vaste onderhoudsman. De andere schoolbesturen hebben niet gereageerd; ook niet op een brief die het welwillende schoolbestuur aan hen had gezonden. De reden was zeer waarschijnlijk, dat zij enigszins huiverig stonden tegenover het feit, dat zij dan een stukje van hun autonomie zouden moeten prijsgeven. Ondanks de voordelen van een gezamenlijk onderhoudsfonds vond men de nadelen zwaarder wegen en gaf men de voorkeur aan het zijn van baas in eigen huis. Ook naderhand is er met de schoolbesturen nog wel eens gesproken over een gezamenlijk onderhoudsfonds en vaste onderhouds man, doch enkele schoolbesturen bleven er de voorkeur aan geven alles in eigen beheer te houden. Voor het gemeentebestuur bestaan er geen dwangmaatregelen om de schoolbesturen te verplichten mee te werken aan een gezamenlijk onder houdsf onds en een vaste onderhoudsman. Ingevolge de kleuteronderwijs wet- en lager onderwijswet 1920 zijn n.l. de schoolbesturen volkomen autonoom. Ook mag de gemeente niet via verplichtende bepalingen bij de uitbetaling van het bedrag per leerling en het bedrag per lokaal de schoolbesturen dwingen tot een gezmanelijk onderhoudsfonds Wij betwijfelen of er thans meer interesse zal bestaan dan voorheen. Want praktisch alle lagere scholen en verscheidene kleuterscholen beschikken over een W.S.W.-er die meestal ook het kleiner onderhoud verzorgd. Derhalve zullen de meeste schoolbesturen wel niet bereid zijn een betaalde kracht in dienst te nemen. Enuom een aparte W.S.W.-er aan te trekken voor alle scholen lijkt ons ook geen haalbare kaart omdat hierdoor o.i. de taak van huidige W.S.W.-ers teveel uitgehold wordt. Deze mensen vinden thans veel bevrediging in hun werk en om hen een van de interessantste gedeelten van hun werkzaamheden af te nemen lijkt ons toch bezwaarlijk. Bovendien is het maar de vraag of het Werkvoorzieningsschap een der gelijke onderhoudsman voor alle scholen gezamenlijk als werkobject zal accepteren. Vraag 82. De werknemerspartij dringt ook aan op spoedige realisering van de nieuwbouw L.O.M.-school Antwoord Momenteel worden de plannen hiervoor voorbereid. Wij verwachten, dat in 1977 met de nieuwbouw wordt gestart aan de Korte Brugstraat/Van Genk- straat. Het ligt in de bedoeling om het motorisch therapielokaal als volwaardig gymnastieklokaal te realiseren, zulks met het oog op het avondgebruik. Wij trachten om het betreffende bouwkrediet in de 2e raadsvergadering van 1977 aan de orde te stellen. Vraag 83. De Middengroepen merken in verband met de kostenstijging van de bibliotheken op, dat de vinger aan de pols moet worden gehouden als het gaat om de besteding van middelen. Antwoord Naar aanleiding hiervan merken wij het volgende op. Sedert de invoering van de nieuwe bibliotheekwet per 1 juli 1975 zijn de kosten van de bibliotheek inderdaad meer dan normaal gestegen. Dit is te verklaren enerzijds uit het feit, dat het voorgestane bekos-

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1976 | | pagina 301