- 149 -
Vraag 63.
De fractie van de P.v.d.A. stelt dat de raming op volgnummer 35
wegens terugontvangst van uitgaven wegens drukwerk e.d. nader vastge
steld moet worden op 25.000,in plaats van de geraamde 20.000,
Antwoord
Gezien de wisselende ontvangsten op dat volgnummer achten wij het
vooralsnog niet noodzakelijk wijziging te brengen in het geraamde
bedrag.
Vraag 64.
De fractie van de Middengroepen constateert dat de afremming van
de bevolkingsgroei duidelijke financiële gevolgen heeft die hun
weerslag zullen vinden in het stopzetten van initiatieven of het fiks
verhogen van de onroerend goedbelasting. Beperkte groei behoeft niet
te worden afgewezen mits met alle belangen in onze gemeente rekening
wordt gehouden.
De fractie Algemeen Agrarisch Belang stelt dat als voor een
langzamere groei wordt gekozen ook de gevolgen onder ogen moeten worden
gezien
Antwoord
Het is duidelijk, dat een afremming van de groei grote financiële
consequenties met zich meebrengt. Verwacht wordt, dat als de vesti
gingsoverschotten gelijk blijven of dalen volgend jaar of uiterlijk het
jaar daarop geen uitkering snelgroeiende gemeenten meer zal worden
ontvangen. Dit betekent in feite het wegvallen van een tot voor kort
geldende inkomstpost van 700.000,waarvoor compensatie gezocht
moet worden in het stopzetten van nieuwe aktiviteiten of het drastisch
vermogen van b.v. de onroerendgoedbelasting. Bovendien stijgen de
normale inkomsten uit het gemeentefonds hierdoor minder snel.
Zo wordt b.v. gevraagd zoveel mogelijk de werkloosheid te be
strijden, industrieën aan te trekken e.d. Stopzetting of belemmering
van de groei van de gemeente bemoeilijkt deze taak van het gemeente
bestuur. Anderzijds moet evenwel gesteld worden, dat de uitkering
snelgroeiende gemeenten geen doel mag zijn om de groei van de gemeente
te bewerkstelligen.
Vraag 65.
Door de fractie van de P.v.d.A. wordt gesteld dat de geraamde ver
goedingen voor het raadslidmaatschap en de presentiegelden voor
commissieleden omlaag gebracht dient te worden en aangepast aan
de huidige situatie. Maatregelen van hogerhand die het later
noodzakelijk zullen maken om de raming te verhogen kunnen
alsdan bij afzonderlijke wijziging aan de orde worden gesteld.
Antwoord
Door de regering is een wetsontwerp aanhangig gemaakt waarin een
wijziging wordt voorgesteld van de bestaande vergoedingsregeling
aan raads- en commissieleden. Dit wetsontwerp, dat gebaseerd is op
het rapport van de zgn. commissie Merkcx stelt voor het thans in
de gemeentewet vastgestelde systeem van presentiegelden -een vergoeding
per bijgewoonde vergadering- te vervangen door een vast bedrag per
jaar, plus een tegemoetkoming in de kosten. De voorgestelde voorziening
bestaat uit twee onderdelen. Raadsleden die geen burgemeester zijn
zullen een jaarlijkse vergoeding voor hun werkzaamheden krijgen.
De commissie Merkcx stelt voor de hoogte van de vergoeding te bepalen
op 1/5 van de wedde van een wethouder. De minister wil voor de eerste
keer de bedragen die de commissie voorstelt als uitgangspunt nemen, en
ze jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van een nog nader te be
palen loonindexcijfer. Naast de vergoeding voor de werkzaamheden zullen