- 143 - een voor het bestemmen voor bedrijfs- en werkruimte. De in verschillende gemeenten te stichten kleine kampjes dienen bestuur lijke gelieerd te zijn aan het grote centrum. De bestuurlijke verantwoordelijkheid blijft berusten bij het bestuur van het samenwerkingsverband. De financi'ele consequenties zijn voor rekening van datzelfde bestuur en ook dat bestuur zal voor de realisering zorgdragen, dus de standplaatsen stichten, dat wil zeggen grond kopen, bouwplan ontwikkelen, financiële afwikkeling enz. Ook voor het voeren van een evenwichtig woonwagenbeleid dient de gemeen schappelijke regeliig in stand te blijven. De kosten worden naar rato over de deelnemende gemeenten verdeeld. Indien de gemeente niet deelneemt aan de gemeenschappelijke regeling dient zij eveneens een woonwagencentrum in te richten ingevolge de woonwagenwet met alle daaraan verbonden consequenties. Door de werkgroepen bestemingsplannen wordt een onderzoek ingesteld naar geschikte terreinen voor inrichting van een woonwagencentrum. Zodra deze studie is afgerond zullen wij deze aan uw raad voorleggen. Wij hopen deze nota in de eerste helft van 1977 aan te bieden. Bovendien zal begin 1977 het definitieve ontwerp van de nieuwe gemeen schappelijke regeling aan u kunnen worden aangeboden. Met uw raad zijn wij van mening, dat wij hieraan moeten blijven meedoen, omdat anders het risico aanwezig is, dat wij in deze een eigen kamp moeten exploiteren. Het is ook ons college ernst om ieder conflict in deze te voorkomen. Vraag 47. De fractie van Appel en de Werknemerspartij spreken hun bezorgdheid uit terzake van het onderhoud van gemeentewoningen. Antwoord Zoals in de begroting van het gemeentelijk woningbedrijf is vermeld, is ook ons college bezorgd over de stijgende last voor het onderhoud. Als gevolg van de sedert 1970 ontstane achterstand in de compensatie van de kostenontwikkeling in de normbedragen van het rijk, komen er steeds meer verliezen m het onderhoudsfondsDoor de Nationale Woningraad en het Nederlands Christelijk Instituut voor Volkshuisvesting werd aangetoond, dat er duidelijke verschillen zijn tussen de normen en de werkelijke kosten. Dit zou betekenen dat het onderhoudsfonds rond het 14e levensjaar van de woning uitgeput is. De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft toegezegd dit probleem nader te bezien. Wij hopen dat binnen korte termijn gekomen wordt tot een behoorlijke optrekking van de normbedragen. In de tussentijd zullen wij trachten met de beschikbare middelen het onderhoud zo goed mogelijk uit te voeren. Vraag 48. Door diverse fracties is, om meerdere redenen, gepleit om de verkoop van gemeentewoningen aan de huurders weer mogelijk te maken. Antwoord. Ik kan de vragenstellers toezeggen, dat deze problematiek momenteel ambtelijk in studie is en de resultaten na behandeling daarvan in de commissie en raad in de eerste maanden van 1977 in de vorm van een nota aangeboden zal worden. In deze nota zal het gehele huisvestingsbeleid aan de orde worden gesteld; dat wil zeggen de inschrijving van woningzoekenden, de toewijzing van huurwoningen, het afgeven van kopersverklaringen, de verkoop van gemeentewoningen, de doorverkoop van eigen woningen, het uitgeven van bouwgrond enz.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1976 | | pagina 288