- 111 - en deelneemsters hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt)Wij hopen ook, dat velen hun verantwoordelijkheid bewust zullen blijven beleven bij de voortzetting van de procedure. Hoewel wij niet willen tornen aan het bij meerderheid van de gemeenteraad genomen besluit het punt openbaarheid uit te stellen tot na de benoeming van de nieuwe burgemeester, spreken wij de verwachting uit, dat dit punt dan ook nabenoeming van de burge meester, zo spoedig mogelijk ter discussie zal worden gesteld. Verder willen wij uw grootst mogelijke aandacht vragen voor de groenvoorziening op het industrie-terrein, maar ook in de overige delen van het dorp. Nu na de afbouw van het stadpark de Kapel van het oude St. Elisabeths- huis is opgeknapt, zagen wij ook graag dat het pand t Witte Paard in behoorlijke conditie wordt teruggebracht, in harmonie met de te genwoordige omgeving. Het volstrekt ontoereikende minimum aan openbaar vervoer binnen onze gemeente vervult ons nog steeds met zorg en wij vertrouwen er op, miinheer de voorzitter, dat uw college alle nodige stappen zal ondernemen om althans te komen tot enige aanvaardbare vorm van openbaar vervoer in onze gemeente. Mede gezien de sociale aspecten hieraan verbonden mogen wij uw^ aandacht vragen voor het onderwerp huurschuld, zodat in de nabije toe komst een oplossing wordt gevonden, welke voorkomt dat huurschulden tot onaanvaardbare hoogten oplopen en dat tevens geen nieuwe huurschulden ontstaan. Dit is een morele plicht van de gemeente, zowel ten opzichte van de huurder als ten opzichte van de gemeenschap. Tenslotte willen wij vanaf deze plaats onze dank betuigen aan eenieder die in zijn of haar functie meegewerkt heeft deze begroting tot stand te brengen. Wij vertrouwen ook voor dit komende jaar op een aoede samenwerking tussen uw college, de ambtenaren, de bevolking en de gemeenteraad tot welzijn van onze gemeente". Aan de fraktievoorzitter van de Progressieve Combinatie, Eten-Leur, de heer Fransen, wordt hierna door de voorzitter het woord verleend. "In de nota van aanbieding bij de begroting 1977 wordt er gewag van gemaakt om een duidelijke terughoudendheid te betrachten ten aanzien van het uitvoeren van onderhoudswerken. Onze fraktie zou deze terughoudendheid niet beperkt willen zien tot alleen onderhoudswerken, doch tot de hele begroting, dit onder andere door de lagere opbrengst verfijningsregeling ongewoon bevolkings- verloop snelgroeiende gemeenten. Een betere besteding van de beschikbare financiën zou ook kunnen geschieden door een groter kostenbesef. Wij willen dit als volgt nader preciseren: - Het niet ontvangen van voldoende aanbiedingen bij inschrijvingen op uit te voeren werken, waardoor minder konkurrentie - het vragen van adviezen aan derden, terwijl deze adviezen in een aantal gevallen ook gegeven kunnen worden door ons toch kundig ambtenarenkorps; - het uitvoeren van onderhoud volgens termijnplanning, terwijl dit in sommige gevallen in het geheel niet noodzakelijk blijkt te zijn; - het laten inschrijven op werken bij open begroting, waardoor geen konkurrentie; - het niet doelmatig laten uitvoeren van werken, dat wil zeggen, het onnodig duur uitvoeren. Terugkomend op de begroting zelf, willen wij eerst onze mening geven over het gouden eitje, zonder overigens de kip zelf te willen slachten, namelijk de onroerend goedbelasting. Wij blijven van mening, dat de hondenbelasting niet in genoemde belasting had moeten worden verdisconteerd.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1976 | | pagina 256