M - 99 - van de nieuwe burgemeester, ondersteund door alle frakties, uitgezonderd de V.V.D. en de onze, is door ons hoog opgevat. Vooral ten aanzien van die groeperingen, waarmee in 1974 na de verkiezingen afspraken zijn gemaakt bij de vorming van dit college. Van onze kant is bij herhaling geprobeerd hieraan iets te doen, echter zonder resultaat. Wij betreuren dit ten zeerste. Onze partij heeft in 1974 de kiezers van Etten-Leur een verkiezingsprogramma gepresenteerd, waarin is vastgelegd wat onze partij zou willen bereiken en waarop wij zijn gekozen. Onze fraktie stelt zich op het standpunt, dat dit een belofte inhoudt tegenover de kiezers, n.l., dat zij met alle kracht zal streven naar de uitvoering van dit programma, anders verliest de partij haar geloofwaardigheid. Tevens vindt de fraktie, dat de kiezers recht hebben op zoveel mogelijk duidelijkheid met betrek king tot de vorderingen en het hoe en waarom daarvan. Een voor onze fraktie onbegrijpelijke opvatting omtrent openbaarheid, is de weigering, om de verkeerstechnische nota over de rijksweg, "D'r om of d'r onder", vrij te geven, voor deze is uitgewerkt. Wij kunnen dit enkel uitleggen, als een poging om de bevolking voor te schrijven, hoe zij hierover zou moeten denken. Dat deze poging waarschijnlijk vruchteloos zal zijn, blijkt uit de resultaten van de inspraak op hetistruktuurplan. De openbaarmaking van de voorlopige keuze van het college voor variant drie, ondersteund door een hierop gerichtte "Leidraad Inspraak" heeft niet kunnen verhinderen, dat de inspraak heeft geresulteerd in een duidelijk afwijkende keuze. Deze keuze zal voor de P.v.d.A.- fraktie maatgevend zijn bij de te nemen beslissingen in de raad. Zo kom ik dan op hetgeen er ons inziens in het komende jaar moet gaan gebeuren. Het is natuurlijk zo, dat er ook zaken op ons verlanglijstje staan, die nu niet met name worden genoemd. Ten eerste zijn dat natuurlijk de erfenissen van het vorige jaar, zoals: 1. de behandeling van de openbaarheid van commissievergaderingen, zo spoedig mogelijk; 2. de toezending van een besluitenlijst van de burgemeester en wet houders vergaderingen aan de raadsleden; 3. de toezending van de door burgemeester en wethouders geproduceerde voorstellen, c.q. ambtelijke adviezen en rapporten van externe adviseurs, zodat wij als raad zo vroeg mogelijk hiervan kennis kunnen nemen; 4. de herziening van het reglement van orde voor raads- en commissie vergaderingen; 5. de behandeling van het voorstel tot instelling van een commissie ex artikel 61 van de Gemeentewet voor de uitvoering van de Algemene Bij standswet 6. de bevordering door het college van de democratisering van de woning vereniging. Hierbij mag worden vermeld, dat een schriftelijk verzoek van een der fraktieleden van maart 1975, om lid te mogen worden van deze vereniging, geen enkele reaktie tot gevolg heeft gehad; 7. de aanbieding van een openbaar vervoersplan; 8. het aantrekken van een opbouwwerker blijft naar onze mening hoge prioriteit houden. De opbouwwerker dient ons inziens nog steeds verantwoording af te leggen aan een bestuursorgaan, dat is samen gesteld uit vertegenwoordigers van belanghebbende groepen. Het college dient ruimte te scheppen binnen deze begroting voor deze maatschappelijke noodzaak; 9. de veiligheid van de schoolgaande kinderen vraagt nog steeds om een oplossing. Op korte termijn dient het college te komen met een plan voor veilige loop-, fiets-, en oversteek-routesDit plan zal ons inziens noodgedwongen moeten voorzien in verkeerstechnische maat regelen en herstrukturering van wegen.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1976 | | pagina 244