- 92 - 6. het buitengebied, voor zover het betreft het tracé van de destijds geprojecteerde provinciale weg Prinsenbeek - Hoeven; 7. het industrieterrein Vossendaal met het oog op de eventuele bouw van een tennishal nabij het toekomstig woongebied "De Grient". De heer Fransen zegt geen bezwaren te hebben tegen dit voorstel. Indien het voorbereidingsbes luit voor het Hooghuis zou inhouden, dat in dit plan woningen gebouwd gaan worden dan is zijn fraktie daarop tegen, niet in die zin dat woningbouw sec daar niet zou mogen plaatsvinden maar tegen het iets dat daarbij of daar omheen hoort. Gaarne zou zijn frak tie daarover in commissieverband van gedachten willen wisselen. De voorzitter zegt, dat daartoe gelegenheid zal komen in de commissie algemene zaken. De voorzitter zegt, dat dit voorbereidingsbesluit wordt voorgesteld in verband met een mogelijke uitbreiding van het St. Elisabeths- huis. Door het voorbereidingsbes luit wordt het mogelijk gemaakt om ongewenste bebouwing te weren die niet zal passen in het in voorbe reiding zijnde bestemmingsplan. De heer Geerts zegt, dat zijn fraktie zich niet langer accoord kan verklaren met de vaststelling van voorbereidingsbesluiten die vaker dan eenmaal worden genomen. De wet op de ruimtelijke ordening stelt volgens spreker duidelijk deze beperking en niet voor niets zijn inziens. De rechtszekerheid van de mensen die door een dergelijk langlopend voorbereidingsbesluit worden getroffen komt duidelijk in het gedrang, hetgeen voor zijn fraktie onaanvaardbaar is. De voorzitter zegt, dat een voorbereidingsbesluit geldt voor een jaar. Binnen deze termijn dient het bestemmingsplan ter inzage te zijn gelegd, dus concreet met de procedure tot vaststelling van het bestem mingsplan een aanvang is gemaakt. Dat steeds opnieuw voorbereidingsbesluiten dienen te worden vastgesteld vindt volgens de voorzitter zijn oorzaak in het feit, dat de procedure alvorens tot vaststelling van het bestemmingsplan kan worden overgegaan nogal tijdrovend is. Volgens de heer Geerts dient de m de wet genoemde termijn van twee jaar zoveel mogelijk gehandhaafd te blijven, op welke termijn zijns inziens ook de adviserende instanties gewezen zou moeten worden. De voorzitter zegt, dat steeds getracht wordt de procedure zo spoedig mogelijk rond te hebben, hetgeen niet zo gemakkelijk is omdat men te maken krijgt met diverse adviserende instanties. Mevrouw Jacobs vraagt wat de heer Geerts bedoeld met zijn opmerking, dat de mensen zo lang in onzekerheid worden gelaten. De heer Geerts zegt, dat dit betrekking heeft op diegene die vallen in het gebied dat door een voorbereidingsbesluit wordt getroffen. Deze mensen zullen zijns inziens genoodzaakt zijn van eventuele bouw of uitbreiding van hun woning of bedrijf af te zien in verband met de wetenschap dat deze bouw niet mogelijk is in verband met een in voorbereiding zijnd bestemmingsplan. De voorzitter zegt, dat een verzoek om een bouwvergunning dient te worden aangehouden totdat het voorbereidingsbesluit is vervallen -na 1 jaar- of omtrent de goedkeuring van het bestemmingsplan onherroepelijk is bes list. De heer Geerts zegt, dat zo spoedig mogelijk aan een rechtsonzekerheid een einde moet worden gemaakt. De heer W. Luijkx vraagt of de gemeente de plicht heeft om eigen dommen aan te kopen wanneer daarop volgens het bestemmingsplan een bepaalde bestemming ligt, hetgeen door de voorzitter wordt ontkend. De heer W. Luijkx zegt in dit geval te kunnen instemmen met hetgeen door de heer Geerts over de rechtsonzekerheid naar voren is gebracht, omdat de termijn tussen voorbereiding en vaststelling van het bestem mingsplan zijns inziens ook veel te lang is. Mevrouw Jacobs vraagt om via een artikel in een of ander blad

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1976 | | pagina 237