- 71 -
De heer Fransen zegt, dat zijn fracite ook tegen de bouw van de
garages op dezeplaats is en zij stellen zich eveneens achter het voorstel
van de heer Geerts.
De heer Quaytaal vraagt zich af of het wel gewenst is om deze zaak
nog eens aan te houden. Het gaat onderhand op een prestigekwestie lijken.
Hij stelt voor om de zaak met een stemming af te doen.
De voorzitter zegt dat het college de beste bedoelingen heeft en dat
er helemaal geen sprake is van een prestigekwestie. Het college is
bereid, gezien de bestaande verschillen van mening, om het voorstel
van de heer Geerts over te nemen en hierover en over andere wijkaan-
gelegenheden met de wijkbewoners te gaan praten.
Mevrouw Zuijdwijk vraagt om bij het alternatief van de schapenweide
ook het alternatief van de te bouwen garages bij deze bespreking te
betrekken, want er zijn, niet ver van deze plaats nog andere terreinen,
waar deze garages ook gebouwd zouden kunnen worden en waar ze waar
schijnlijk beter zouden uitkomen.
De voorzitter zegt dit toe en deelt mede, dat het aanvankelijke
voorstel van burgemeester en wethouders wordt teruggenomen in afwachting
van een nader overleg met de wijkbewoners.
Overeenkomstig de voorstellen van burgemeester en wethouders en de
adviezen van de commissie van cultuur en jeugdzaken wordt zonder
hoofdelijke stemming besloten tot:
a. het afwijzen van het subsidieverzoek van de Bredase Invaliden en
Sport Organisatie (B.I.S.O.);
b. instemming -ten principale- met verbouwingsplannen buurthuis het
Turfschip en nieuwbouw bibliotheekfiliaal Noord.
Naar aanleiding van dit besluit wijst mevrouw Zuijdwijk nog weer eens
op de noodzaak van een goed voedingsgebied, noodzakelijk voor een goede
exploitatie van een dergelijk gebouw. In concreto verzoekt zij het
college om haast te maken met het bestemmingsplan en woningbouw in en
voor Etten-Leur/Noord
De voorzitter zegt, dat dit bij de 2e fase van het structuurplan aan
de orde komt en dat daarop niet kan worden vooruitgelopen,
d. het vaststellen van de 63e wijziging van de gemeentebegroting 1976
met een krediet voor het aanstellen van een tweede jeugdleider ten
behoeve van het open jeugd- en jongerenwerk in de gemeente.
Zowel mevrouw van Bezooijen als de heer Quaytaal benadrukken de
bittere noodzaak van de aanstelling van deze tweede jeugdleider op korte
termijn en vragen om ook na 1977, indien dan de rijkssubsidie
nog niet mogelijk blijkt te zijn, toch ook dan deze kosten voor gemeen
terekening te nemen. De heer Quaytaal spreekt ten deze zijn bezorgheid
uit ten aanzien van de gang van zaken bij het beleid van het ministerie.
De gemeente wordt nu voor grote kosten geplaatst; kosten die normaal door
het rijk gedragen worden. Verder wordt al jarenlang de aanstelling van
een buurthuisleider ook al om financiële redenen tegengehouden. De
aanstelling van een administrateur voor het gecoördineerde bejaardenwerk
blijkt geen haalbare kaart te zijn enz.
Mevrouw Zuijdwijk vraagt ook aandacht voor bepaalde eisen te stellen
aan het voeren van jeugdwerk op brede basis. Het op een hoger plan
brengen van de maatschappelijke ontwikkeling van de jeugd is hierbij
ook zeer belangrijk. We hebben niet zozeer behoefte aan een betaald
café, maar wel aan een maatschpapelijke ontwikkeling van onze jonge mensen,
aldus spreker.