- 46 - Brabant bezig zijn, misschien toch niet zo'n zaak is waarvan je kunt zeggen, dat die niet zinvol is. U hoort, ik tracht mij voorzichtig uit te drukken en dat zou toch, geloof ik, iets zijn, waar u misschien ook onder elkaar nog eens over mag nadenken.. Dat is een belangrijke zaak. Niettemin, hoe het ook is, u stelt geluk kig zelf, dat hij bijzondere aandacht dient te hebben voor de bestuur lijke organisatie en voor de ontwikkelingen in de intergemeentelijke samenwerking. Dat geeft ruimte en dat wekt perspektieven. Ik begrijp, dat voor het overige de aandacht voor de sociale maatschappelijke problemen, de recreatieve culturele ontwikkelingen in deze tijd juist naast openbaarheid, naast de intergemeentelijke samenwerking, punten zijn, die zwaar aandacht nodig hebben en verdienen en die ook steeds meer behoren tot de eisen die vandaag de dag terecht gesteld worden. Ik ga er verder niet op in, behalve dan wat ik straks daarover gezegd heb op de politieke en levensbeschouwelijke zaak. Ik ben met u van mening, dat dit een moeilijk probleem is, waarbij de voorkeur van de raad, de voorkeur van de bevolking, zeer zwaar moet tellen. Van de andere kant kan men niet geheel enige redelijkheid ontzeggen aan de verlangens van diegenen die stellen, dat er in de afspiegeling landelijk, provinciaal enige verschuivingen wellicht nodig zouden moeten zijn en enkele toetsen ietwat anders van kleur dan gebruikelijk is, zouden kunnen worden aangebracht. Waar dat nu precies moet gebeuren, wanneer dat precies moet gebeuren, hangt ook in hoge mate af van de geschiktheid van de candidaten: van het beantwoorden van de candidaten aan de pro fielen, los nu even van de politieke lijnen, maar gewoon van de persoon lijke eigenschappen, kwaliteiten die men moet vertonen, om te passen in de wensen, zoals die door de gemeenteraad naar voren zijn gebracht, waarbij u het wel zult billijken, dat ook de commissaris van de konin gin en wellicht ook de minister van binnenlandse zaken er ook nog een profiel op nahouden, nog de situatie overzien, ook nog wel eens de zaken in een wat breder kader bekijken en vandaar, dat er langzaam maar zeker uit zo'n reeks van pakweg 30 sollicitanten iemand naar voren komt en naar ik vurig hoop, beantwoordt aan datgene, wat u wenst. Wij allen weten, dat niemand zonder gebreken is, dat niemand volmaakt is en ik heb weieens ergens anders bij de schildering van een profiel in een raad gezegd, dat ik de indruk heb, dat een burgemeester bijna altijd wel een schaap met vijf poten moet zijn, om het maar eens een beetje vreemd uit te drukken, omdat die man of vrouw van bijzonder veel markten thuis moet zijn en dat hij of zij bijzonder veel kwaliteiten dient te bezitten en dat geldt a fortiori voor een gemeente als Etten- Leur met alle problemen die hier leven en die, zoals u wel degelijk weet, op provinciaal niveau niet onbekend zijn. Dat zijn de problemen waar u met name, waar u in het begin van uw uiteenzetting namens de fracties, mijnheer Quaijtaal, op gewezen hebt. Dit zijn met name de problemen van de werkgelegenheid, en die werkgelegenheid dan niet ge zien als werkgelegenheid sec maar als een probleem wat van allerlei invalshoeken o.a. ook die van de opleidingen en van het onderwijs uit bekeken moeten worden. Mijnheer de voorzitter, ik hoop, dat u het goedvindt, dat ik het hierbij laat. Mocht er iemand nog iets willen vragen en mocht ik in staat zijn daarop te reageren of daarop een antwoord te geven, dan wil ik dat met genoegen doen. Ik dank u wel." De voorzitter dankt de commissaris en zegt blij te zijn, dat de com missaris van de koningin getuige is geweest van de goede verstandhou ding en de prettige samenwerking van de raad ten opzichte van elkaar. Er zijn weliswaar kleurverschillen, doch spreker meent, dat wanneer deze kleurverschillen goed gebruikt worden, de resultaten vanzelf goed zullen zijn.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1976 | | pagina 187