- 36 -
met gedeputeerde, de heer Siepman, om alsnog de verklaring van geen be
zwaar te verkrijgen.
Mevrouw Zuijdwijk vraagt of er bij de aanbesteding gewerkt zal worden met
een voorselectie.
De voorzitter benadrukt nogmaals, dat het een openbare aanbesteding zal
worden.
Tevens vraagt ze of, indien de tweede fase van het gemeentehuis lager zal
uitkomen dan het plan van burgemeester en wethouders, er rekening wordt
gehouden met het tweede gedeelte van het gemeentehuis.
De voorzitter deelt hierop mede, dat hiermede geen rekening wordt gehouden
omdat dit nu eenmaal noodzakelijk is.
De heer Geerts zegt, dat het geheel groots is opgezet en is gebaseerd op
een tijdsduur van 15 jaar en op de huidige groei, maar dat hij in de hui
dige situatie zijn stem hieraan niet wil onthouden en blij is, dat dit
een openbare aanbesteding wordt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
13. Voorstel van burgemeester en wethouders met gunstig advies van de commis
sie voor algemene zaken tot het aanhouden van de in uitzicht gestelde
nota's over openbaarheid van commissievergaderingen en de mogelijke in
stelling van een college van bijstand voor sociale zaken.
De voorzitter deelt mede, dat voorgesteld wordt de nota's aan te houden
tot deze interim-periode voorbij is.
Wethouder Vermeulen zegt, dat het voorstel van het college een meerderheids-
voorstel is, dat echter niet door hem gesteund wordt, omdat hij vindt, dat
het niet aanwezig zijn van de burgemeester hier niet in het geding is. Hij
Vindt, dat deze zaak toch al een hele tijd in beslag heeft genomen en dat
dit onderwerp nu wel ter discussie in de raad moet kunnen worden gebracht.
De heer Geerts zegt, dat hij het niet eens is met de redenen, die aange
voerd worden om deze zaak aan te houden en stelt daarom voor, dat de raad
het college uitnodigt om de onderhavige onderwerpen op de agenda van
augustus te plaatsen.
Mevrouw Zuijdwijk zegt, dat ze dezelfde mening deelt.
De heer Quaijtaal zegt, dat hij in zijn eigen fractie over dit onderwerp
heeft gesproken en dat zijn fractie besloten heeft het voorstel van het
college te steunen. Spreker zegt verder, dat uit het verslag van de com
missie van algemene zaken blijkt, dat de heer Geerts tegen het voorstel is
maar dat hij verbaasd is, dat mevrouw Zuijdwijk diezelfde mening is toege
daan.
Mevrouw Zuijdwijk zegt hierop, dat ze voor beide standpunten begrip heeft
maar dat ze vreest, dat dit een langdurige geschiedenis zal worden. Verder
zegt ze niet te kunnen begrijpen waarom er geen beslissingen genomen kunnen
worden omdat er geen burgemeester is, alhoewel er een loco-burgemeester is.
De voorzitter zegt, dat op het moment geen discussie gepleegd moet worden
over het voor of tegen van de openbaarheid, want op het ogenblik geldt
slechts het in de vergadering brengen van het rapport over de openbaarheid.
De heer Quaijtaal citeert uit het verslag van de commissie algemene zaken
van 3 mei 1976, punt 6: "Hoewel de heer Geerts van mening is, dat uitstel
voor hem niet aanvaardbaar is, mede in verband mét ten tijde van de ver
kiezingen gemaakte afspraken, kunnen de heer Quaijtaal (namens de Midden
groepen) en met hem de overige commissieleden met het standpunt van het
college instemmen en gaan ermee akkoord, dat de nota inmiddels nader wordt
uitgewerkt, zodat te zijner tijd beslissingen op een breder vlak genomen
kunnen worden. Wel wordt aan dit uitstel de voorwaarde verbonden, dat deze
aangelegenheid vrij spoedig na de benoeming van de nieuwe burgemeester aan
de orde moet komen."