- 31 - commissie van cultuur en jeugdzaken zal worden voorgelegd, maar dat zij inmiddels heeft begrepen, dat hij al antwoord heeft gekregen en dat het verzoek afgewezen is. Zij vraagt hoe het mogelijk is, dat dit gebeurd is zonder, dat de commissie hierover gehoord is. De voorzitter deelt mede, dat hij niet weet of het verzoek wel of niet voorgelegd is aan de commissie, maar dat het verzoek is afgewezen omdat zulke festiviteiten op dezelfde manier behandeld worden als onder de voorschriften en bepalingen die gelden voor alle horecabedrijven en waarvoor de normale sluitingstijd gebezigd wordt. Hierop vraagt mevrouw van Bezooijen of dan in de toekomst zulke festivi teiten nooit gehouden mogen worden, waarop de voorzitter meedeelt, dat dit van geval tot geval bekeken moet worden. Tot slot vraagt mevrouw van Bezooijen of dit alsnog op de agenda van de eerstvolgende vergadering van de commissie van cultuur en jeugdzaken geplaatst kan worden, waarop de voorzitter antwoordt, dat hieraan voldaan zal worden. Mevrouw Jacobs voegt hieraan toe, dat op de lijst van ingekomen stukken staat, dat deze brief o.a. behandeld zou worden in het college van burge meester en wethouders na overleg met de betreffende raadscommissie. Zij vindt het daarom vreemd, dat er reeds op dit verzoek beslist is. De voorzitter deelt hierop mede, dat dit een bevoegdheid is van burge meester en wethouders en deze slechts ter kennisname aan de raad moest worden gebracht en niet ter beoordeling. De brief is echter inderdaad onder een verkeerde rubriek vermeld. De tweede opmerking van mevrouw Jacobs gaat over een brief aan Rijkswater staat betreffende rijksweg 256, waarin staat, dat de door Rijkswaterstaat geboden alternatieven voor het college niet aanvaardbaar zijn, maar vol gens mevrouw Jacobs is in een commissie hierover gesproken en dat toen niet alle voorstellen van tafel waren geveegd. Uit het antwoord van het college aan Rijkswaterstaat blijkt, dat alle alternatieven onaanvaardbaar zijn. De voorzitter deelt mede, dat het antwoord als schot voor de boeg bedoeld is om te laten blijken, dat het college bij de onderhandeling niet zo makkelijk zal zijn. Zoals bekend, is het stedebouwkundig bureau bezig met het opstellen van een rapport over de rijksweg, dat eind deze week of in de loop van volgende week gereed zal zijn, waarna hierover met alle com missies tesamen een informeel gesprek zal plaatsvinden om deze zaak door te spreken. De heer Quaijtaal merkt op, dat in de brief aan Rijkswaterstaat slechts sprake is van de rijksweg over Zuid, maar volgens hem was in de vorige besprekingen gesproken over de kwestie dat de huidige rijksweg in zijn zelfde functie zou kunnen blijven en dat de bereikbaarheid tussen Noord en Zuid niet verbroken moet worden.Dat mist hij in bovengenoemde brief, maar hij zegt zelf, dat de voorzitter hierop in zijn toelichting antwoord heeft gegeven. De heer Fransen merkt op, dat in de brief van Jeugd- en Jongerenwerk staat, dat tussen 12 uur 's nachts en 10 uur 's morgens geen alcoholische dran ken verkocht zouden worden. Het bevreemdt spreker danook, dat het college een besluit genomen heeft op basis van het feit, dat ze dit jeugd- en jongerenwerk over êén kam scheert met de horecabedrijven, terwijl ze in eerste instantie hiermee niet vergeleken kan worden en in tweede instantie voldoet aan de voorschriften, zoals vastgesteld in de Drank- en Horecawet. Hij stelt voor om deze festiviteit door te laten gaan, omdat dit vorige jaren ook doorgegaan is. De voorzitter deelt mede, dat dit besluit vaststaat en dat het college op dit besluit niet zal terugkomen. De heer Geerts merkt op, dat volgens een publicatie in Dagblad De Stem het college de voorkeur zou geven aan de rondweg Zuid, terwijl de rappor tering van het verkeersbureau nog niet rond is.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1976 | | pagina 172