- 28 - loren te gaan. In andere gemeentenwordt het autoverkeer zoveel mogelijk uit de binnenstad geweerd. In deze gemeente wordt zijns inziens het tegenovergestelde gedaan. Zijn fractie heeft danook ernstige bezwaren tegen de uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen op het noordelijk deel van de Markt. Met betrekking tot de wering van het autoverkeer uit het centrum deelt de voorzitter mede, dat het verkeersdeskundig bureau met een studie hieromtrent bezig is en te zijner tijd zullen daarover de nodige voorstellen aan de orde gesteld worden. De voorgestelde plannen zullen aan het noordelijke deel van de Markt een fraaier aanzien geven dan zoals dit deel er thans bijligt. Door de aanplant van bomen zullen de parkeerplaatsen niet ontsierend zijn. Op verzoek van de voorzitter zegt wethouder Luijkx, dat de bestaande mogelijkheid tot parkeren tussen de bomen wordt voortgezet. De verkeers situatie is vaak chaotisch en door dit plan in betere banen geleid. Daar naast zal het parkeren op de zogenaamde parallelwegen, indien deze bestraat zullen worden met oude keien en klinkers, niet meer mogelijk zijn doordat deze bermverharding zodanig is gesitueerd, dat er een soort losliggende ventweg c.q. rijwielpad ontstaat aan de oostzijde vanaf de Lambertusstraat tot aan de spoorlijn, waarmede de veiligheid van het verkeer is gebaat. De heer Geerts vraagt waarom dit voorstel als nagekomen stuk op de agenda is geplaatst. Wethouder Luijkx zegt, dat dit voorstel in de commissie uitvoerig is behandeld, waarbij men er gelukkig mee was, dat eindelijk aan dit ge deelte van de Markt verbeteringen kunnen worden aangebracht. Volgens de heer Aerts is in de commissie aangedrongen op behandeling van het voorstel tijdens deze vergadering. Door een misverstand is dit voorstel volgens de voorzitter niet op de agenda geplaatst. De heer Geerts vraagt om in de toekomst de raadsleden schriftelijk te informeren welke voorstellen als nagekomen stukken aan de orde zullen worden gesteld, hetgeen door de voorzitter wordt toegezegd. Daar niemand over dit voorstel nog het woord verlangt, wordt zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten. b. Op gelijke wijze wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, met gunstig advies van de commissie voor algemene zaken, ruimtelijke ordening en coördinatie, besloten tot verkoop van een bouw terrein, groot 1.970 m2, gelegen aan de Concordialaan, aan de Stichting Vormingscentrum voor de werkende jeugd Etten-Leur e.o., onder gelijk tijdige intrekking van het eerder genomen besluit tot verkoop van 18.000 m2 De voorzitter deelt mede, dat op 10 maart 1975 is besloten om een bouw perceel van 18.000 m2 te verkopen. Deze grondoverdracht kon echter niet de goedkeuring van de Minister van Onderwijs en Wetenschappen wegdragen. Uitgaande van het inmiddels vastgestelde lokalenplan en een bebouwings mogelijkheid van maximaal 60% van het terrein, mag een terrein worden aangekocht door de stichting van 7.970 m2De resterende grond zal echter voorlopig door de gemeente in reserve gehouden worden om verdere uitbrei ding mogelijk te maken. De heer Geerts zegt geen bezwaren te hebben tegen deze verkoop doch zou gaarne geïnformeerd willen worden waar het bouwperceel is gelegen. Aan de hand van een situatietekening wordt staande de vergadering door de secretaris aan de heer Geerts de gewenste informatie gegeven. 12. Bij de behandeling van vragen, gesteld in de vorige vergadering, deelt de voorzitter mede, dat de nodige bekendheid is gegeven aan de inspraakmoge lijkheid voor het struktuurplan. Er zijn n.l. 3 informatieavonden gehouden, die door circa 400 belangstellenden zijn bezocht. Op het verzoek om aan de discussieavonden deel te nemen hebben ongeveer 260 mensen gereageerd,

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1976 | | pagina 169