- 23 -
In de laatste jaren is deze overloop mede door de grotere vrijheid
op de bouwmarkt nog sterker toegenomen door nieuwe vestigingen, ook
zonder economische of sociale binding met Etten-Leur, maar voor de
komende jaren zijn hiervoor van gemeentewege, mede door de beperkte
hoeveelheid bouwterrein, al meer beperkingen ingevoerd.
De voorlopige indruk van burgemeester en wethouders over de verste-
delijkingsnota is dan ook, dat de taak, die hierin aan Etten-Leur is
toegedacht, vrijwel zeker niet zal uitgaan boven de derde variant uit
de doelstellingsnota bij het structuurplan, waarvoor burgemeester en
wethouders een voorlopige voorkeur - met nog eens de nadruk op "voor
lopige" - hebben uitgesproken.
Ook in deze variant wordt in het algemeen voor nieuwe vestigingen een
bepaalde binding met Etten-Leur nodig geoordeeld.
In deze zin zouden burgemeester en wethouders dus ook de verstedelij-
kingsnota willen benaderen. Zij willen echter eerst ervaren, welke opvat
tingen over de verschillende varianten voor het structuurplan naar voren
komen
Burgemeester en wethouders stellen daarom voor om nu niet verder op
deze nota in te gaan maar het gemeentelijk standpunt over de nota tot
de nadere behandeling in de raad van 28 juni a.s. op te schorten.
De heer Quaijtaal zegt met deze toelichting te kunnen instemmen. Zijn
fractie is eveneens van mening, dat de inspraakprocedure een grote rol
in deze zaak moet gaan spelen.
In de nota wordt volgens spreker melding gemaakt, dat voor Etten-Leur
1.500 a 2.000 woningen extra gebouwd zullen moeten worden. Graag zou hij
het woordje "extra" willen schrappen en vervangen door "sneller". Bij
de algemene beschouwingen bij de vaststelling van de gemeentebegroting
1976 heeft zijn fractie melding gemaakt over de verfijningsuitkering die
in 1 976 voor Etten-Leur een nadeel van 70.000,zou opleveren. Hij
vraagt of de toegedachte woningen ook automatisch vallen onder premie,
die dan gegeven wordt.
Hij vraagt zich af hoe de houding van de regering zal zijn, indien de
bevolking zich zou uitspreken tegen de Verstedelijkingsnota i.e. of de
regering dan dwingende maatregelen kan en zal voorschrijven. Indien dit
laatste het geval is, dan kan z.i. de gehele inspraakprocedure wel achter
wege blijven danwel de bevolking inspraak geven, doch daarbij op te
merken, dat indien zij zich tegen het voorstel van de regering zouden
uitspreken, de regering andere maatregelen kan nemen.
De voorzitter zegt voor wat de groei betreft, dit niet los kan worden
gezien van de werkgelegenheid.
Voor wat betreft de premietoekenning deelt de voorzitter mede, dat
zijns inziens de Verstedelijkingsnota hierop geen invloed heeft en
premieverlening normaal zal doorgaan.
Volgens de voorzitter kan de regering wel enige pressie uitoefenen
doch de raad is in eerste instantie het orgaan, dat de bestemmingsplannen
dient vast te stellen, waarbij de mogelijkheden geschapen worden om meer
woningen te kunnen bouwen.
De heer W. Luijkx zegt, dat thans als regel alleen woningen gebouwd
zullen worden voor personen die sociaal of economisch met de gemeente
zijn verbonden. Hij vraagt of dit principe ook geldt voor de 1.500 a
2.000 extra te bouwen woningen.
De voorzitter zegt, dat dit parallel dient te lopen met het aantal
arbeidsplaatsen, hetgeen ook het uitgangspunt is van de verstedelijkings
nota.
Volgens de heer Fransen kunnen de gemeentebesturen door de vele nota's
die de regering voorlegt, door de bomen het bos niet meer zien. Indien
de regering haar zin doordrijft door het bouwen van 1.500 tot 2.000
extra woningen, dan zullen de bewoners daarvan werkgelegenheid zien te
vinden in de plaatselijke industrie. Als echter de industrie niet uit
breidt, dan wordt de wekeloosheid z.i. nog groter.