XX
X
Gemeente Etten-Leur
- 9 -
Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente Etten-
Leur, gehouden op maandag, 8 maart 1976, des avonds om half, acht in het
raadhuis
III
Aanwezig: L.J.M. de Bruijn, wethouder - voorzitter;
A.A.W. Luijkx, wethouder;
T.C. Vermeulen, wethouder;
A.J. Klep, wethouder;
alle raadsleden;
M.H.A. Peeters Weem, loco secretaris;
W.H.G. Nijs, notulist.
1. De voorzitter opent de vergadering met gebed en verwelkomt de aanwezigen.
Hij deelt mede, dat zowel burgemeester Oderkerk als secretaris Snijders,
wegens ziekte verhinderd zijn en spreekt namens de raad de beste wensen
uit voor een spoedig herstel.
Als voorstemmer wordt vervolgens aangewezen nummer 4 van de presentie
lijst, de heer Breugelmans.
2. Naar aanleiding van de vergadering van 26 januari merkt de heer W. Luijkx
op, dat op blz. 7 onderaan vermeld wordt: "Met instemming van de raad
zegt wethouder Luijkx, dat zijn fractie gepleit heeft voor uitbreiding
van het aantal fietspaden langs de buitenwegen. Mede op deze wenselijk
heid geattendeerd door het droeve ongeluk aan deze weg, vraagt hij met
nadruk ook voor de Zundertseweg met spoed de mogelijkheid tot aanleg
van rijwielpaden te willen bezien. In dit verband vraagt hij of het mogelijk
is om voor het eerste gedeelte van de Zundertseweg tot aan de begraaf
plaats de trottoirbanden te laten verlagen, waardoor een uitwijkmoge
lijkheid vooral voor de jeugdige fietsers zou kunnen ontstaan." Deze
vraag kwam niet van de wethouder maar van hem.
Ook blijkt volgens een opmerking van de heer Lucassen bij de opsom
ming van de namen van de raadsleden op blz. 1 van de concept-notulen
zijn voorletters te zijn weggelaten.
De voorzitter zegt toe, dat deze beide verbeteringen in de notulen
zullen worden aangebracht, waarna deze zonder verdere op- of aanmerkingen
worden vastgesteld.
3. Naar aanleiding van het ingekomen stuk van enkele bewoners van de Oran-
jelaan over te vrezen overlast van brommers bij het realiseren van het
jeugdcentrum bij "De Nobelaer", vraagt mevrouw Zuijdwijk of alsnog door
verplaatsing van de ingang deze overlast voorkomen kan worden.
De voorzitter zegt, dat het verleggen van de ingang thans niet meer
mogelijk is. Overigens zal er wel, in overleg met het Nobelaer-bestuur
op worden toegezien, dat de overlast tot een minimum wordt beperkt.
De heer Aerts merkt op, dat het niet mogelijk zal blijken om de ge
vreesde overlast te voorkomen als niet de ingang wordt verlegd. Hij
wijst erop, dat de capaciteit van de Oranjelaan niet berekend is op
het uitwegen van een parkeergelegenheid voor een 200 bromfietsers.
De heer van Kuijck zegt de bezwaren van mevrouw Zuijdwijk en de heer
Aerts te delen.
De voorzitter zegt, dat aan deze aangelegenheid extra aandacht besteed
is en ook in de toekomst besteed zal worden. O.a. wordt er voldoende
ruimte voor brommers en fietsen gecreeerd, waardoor vookomen wordt, dat
deze her en der geparkeerd worden.
O.
t.
c.