- 8 -
10. Voorstellen van burgemeester en wethouders met advies van de commissie voor
financiën en belastingen tot:
a. het vaststellen van het algemeen kasgeldlenings- en rekening-courant
besluit voor 1976.
Voorgesteld wordt het maximale in de vorm van kasgeldleningen of in
rekening-courant op te nemen bedrag voor het jaar 1976 evenals in
voorgaande jaren vast te stellen op f 6.000.000,- In verband met de
snel optredende wisselingen van vraag en aanbod op de geldmarkt word
een maximum-norm van 6.000.000,— noodzakelijk geacht. In het afge
lopen jaar is het overigens nog niet noodzakelijk gebleken kasge
leningen op te nemen.
b. het vaststellen van het maximum-bedrag in rekening-courant met de N.V.
Bank voor Nederlandse Gemeenten voor 1976.
toelichting:
Jaarlijks dient het maximum-bedrag te worden vastgesteld, dat °Pge
nomen kan worden ten laste van de rekening-courant met de N.V. Bank
voor Nederlandse Gemeenten. Na overleg tussen het college van burge
meester en wethouders en de bank wordt voor het jaar 1976 een bedrag
voorgesteld van 2.000.000,--.
c. het vaststellen van een algemeen besluit tot het aangaan van vaste geld
leningen gedurende het jaar 1976 tot een maximum-bedrag van 6.000.UUU,
Na een tiental jaren is thans het systeem van de centrale financiering
voor de lagere publiekrechtelijke lichamen buiten werking gesteld.
Hierdoor zijn de gemeenten niet meer gebonden aan de N.V. Bank voor
Nederlandse Gemeenten voor het afsluiten van vaste geldleningen, nadat
de minister van binnenlandse zaken hiertoe heeft geadviseerdDe
procedure waarbij de N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten wordt aan
gewezen om als geldgever op te treden, kan hierdoor worden gewijzigd
in die zin, dat ook andere geldgevers als zodanig kunnen optreden.
Evenals in voorgaande jaren wordt ook thans een maximum-bedrag van
6.000.000,gedurende het jaar 1976 voorgesteld. De voorwaarden
zijn steeds aangepast aan de marktsituatie.
11. Nota van burgemeester en wethouders met advies van de commissie voor fi
nanciën en belastingen, waarin medegedeeld wordt, dat ingaande 1976 de
heffing van de electriciteitsbaatbelasting is beëindigd.
toelichting:
Deze heffing werd ingaande 1950 ingevoerd met een heffingstermijn van
26 jaar. Over 1975 wordt deze baatbelasting voor het laatst geheven.
12Voorstellen van burgemeester en wethouders met advies van de commissie voor
financiën en belastingen met betrekking tot de
a. belastingmaatregelen 1976.
toelichting: ,nr7C
In een algemene nota wordt toegelicht waarom reeds thans de voor 19/fa
noodzakelijke belastingmaatregelen vastgesteld dienen te worden.
Daarenboven zijn hierin opgenomen de opvattingen van het rijk ten
aanzien van het tarieven-beleid voor 1976. Op basis van deze nota^
zijn de diverse - hierna volgende - voorstellen tot tariefaanpassingen
1976 tot stand gekomen. In verband met de invoering van de onroerend
goedbelastingen, ingaande 1 januari 1977, worden de straatbelasting,
de hondenbelasting, de vermakelijkhedenbelasting, de personele belas
ting, de grondbelasting en de baatbelastingen over 1976 voor het laatst
geheven