- 4 - toelichting: De jaarlijkse vergoeding van de materiële exploitatiekosten voor de enige r.k. l.o.m.-school wordt bepaald op basis van het door de raad voor het betreffende jaar vastgestelde bedrag per leerling. Dit dient in 1975 voor de eerste maal te gebeuren voor de in 1974 gestarte bijzondere l.o.m.-school. jhet vaststellen van de hoogte van de vergoeding voor het in het bedrag per leerling voor het gewoon lager onderwijs opgenomen onderdeel "kosten oudercommissies" toelichting: In de raadsvergadering van 27 januari 1975 is het bedrag per leerling voor het gewoon lager onderwijs voor 1975 vastgesteld op 276, Voor de vergoeding van de kosten oudercommisies, welke kosten met ingang van 1 januari 1975 in het bedrag per leerling moeten worden opgenomen, is destijds nog geen bedrag opgenomen. In het raadsbesluit was bepaald, dat hiervoor zou worden gehanteerd het door de minister te bepalen adviesbedrag. Gebleken is, dat de minister voor 1975 geen adviesbedrag zal bepalen als gevolg waarvan de raad thans wordt voorgesteld de hoogte van deze vergoeding alsnog te bepalen. Mede op advies van de inspecteur van het lager onderwijs wordt de ver goeding alsnog bepaald op 4,50 per leerling. Het bedrag per leerling voor 1975 zal hierdoor 280,50 gaan bedragen. k. eventuele andere onderwijszaken. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders met advies van de commissie voor algemene zaken, ruimtelijke ordening en coördinatie tot benoeming van een onbezoldigd ambtenaar van de burgerlijke stand. toelichting: De voortgaande uitbreiding van de gemeente maakt het nodig,^dat net aantal ambtelijke ambtenaren van de burgerlijke stand met een wordt uitgebreid. Voorgesteld wordt mej. H.C.M. Evers, werkzaam als ambtenaar op het bureau bevolking, burgerlijke stand en militaire zaken, te benoemen tot ambtenaar van de burgerlijke stand. 7. Voorstellen van burgemeester en wethouders met advies van de commissie voor algemene zaken, ruimtelijke ordening en coördinatie tot: a. het opnieuw vaststellen van een voorbereidingsbesluit voor gebieden waarvoor een bestemmingsplan moet worden voorbereid, namelijk voor: 1. enkele onbebouwde terreinen in Etten-Leur/Centrum; 2. het plan Hooghuis, ten oosten van het centrum; 3. het plan de Grient, omsloten door de Hoevenseweg en Kattestraat; 4. het gebied Etten-Leur/Noord, deel I, gelegen tussen de Haansberg en het sportpark; 5. het gebied Etten-Leur/Noord, deel II, gelegen ten noorden van de Korte- en Lange Brugstraat; 6. het plan Achter de Molen en het gebied voor het trace provinciale weg Rijsbergen (omgeving Couperuslaan) 7. het plan tot uitbreiding van het industrieterrein II, ten westen van Isoverbel N.V. toelichting: Door de vaststelling van een voorbereidingsbesluit is het mogelijk om, in afwachting van een definitief ontwerpplan ongewenste, kostenver hogende bebouwing te weren, die niet in overeenstemming is met het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1975 | | pagina 93