.-don cis9 '9v j j r Bod b*3faw ft sx ns< v s»l it.iz iaat -.oav dfefc «al teoo >g t" 'x ded «"GJBafB .isv fiw npxs a?*o£#fieT - 3 - 7. Voorstel van burgemeester en wethouders met advies van de commissie voor algemene zaken, ruimtelijke ordening en coördinatie om te OJL "de discussienota werkgelegenheid 1975" en hierbij mede aandacht te vragen voor maatregelen op korte termijn. Het provinciaal overlegorgaan Welvaart heeft aan de gemeentebesturen de discussienota toegezonden met het verzoek om hierop eventueel bc merkingen te maken. Met vele andere besturen heeft ook Etten-Leur ernstig bezwaar tegen de vrijwel uitsluitend planologische benadering van de werkgelegen heidsaspecten in dit rapport met als primaire en kennelijk g®^ overheersende doelstelling: concentratie van vrijwel alle aktiviteiten ter bevordering van de werkgelegenheid in de vier grote steuelijke gebieden in Noord-Brabant. Voor het overige is de nota erg vaag en globaal met name ten aanzien van de andere regionale industrie kernen, waartoe volgens het streekplan West-Brabant m de West-Brabantse stedenrug ook Etten-Leur behoort. Daar mag ook "nog iets gebeuren, zonder dat dit ook maar enigszins geconcretiseerd wordt. Aan de mo gelijkheden tot bevordering van de werkgelegenheid op korte termijn wordt vrijwel geen aandacht gewijd, terwijl bij de^benadering van de werkgelegenheidsaspecten in deze nota o.i. te weinig uitgegaan wor van de inffa-structurele en andere eisen, die bedrijven ij ves ging moeten stellen en waaraan in meerdere kernen, ook buiten de vier grote stedelijke gebieden, vrijwel direct voldaan kan worden. De vaak sterk uiteenlopende situatie ten aanzien van nieuwe arbeids plaatsen en de structurele werkloosheid wordt, zeker voor wat West- Brabant betreft, sterk vertekend door de beperkte benaderingvia ook planologisch verouderde sociaal-geografische gebieden, waarbij - zoals steeds - het gebied van het arbeidsrayon Etten-Leur kunstmatig in twee verschillende gebieden wordt opgedeeld. In de Etten Leurse reactie op de discussienota wordt gepleit voor een duidelijk werk- gelegenheidsbeleiddat mede met het oog op de aktuele nood (be drijfssluitingenwerktijdverkorting e.d.) aandringt op een optimaal gebruik van de bestaande mogelijkheden en waarbij ^daarnaast concrete evenwichtige adviezen worden gegeven voor een efficient werkgelegen heidsbeleid op langere termijn, zonder dit bij voorbaat volkomen ondergeschikt te maken aan enkele in deze nota te zeer overwegende uitluitend planologische uitgangspunten. In deze discussie stelt Etten-Leur uiteraard opnieuw aan de orde de motie van de gemeen e- raad van 21 april 1975, waarbij mede met het oog op de bestaande aktuele nood in de werkgelegenheid in dit gebied op provincie en rijk een dringend beroep gedaan wordt om zonder verder uitstel weer rijkssteun bij industrievestiging mogelijk te maken. 8. Vcorstel van burgemeester en wethouders met advies van de commissie voor financiën en belastingen tot: a. vaststelling van een verordening op de heffing en invordering van on- roerendgoed-belastingente heffen met ingang van 1 januari 19//, b. afschaffing per 1 januari 1977 van: 1. de hondenbelasting; 2. de vermakeli jkhedenbelast ing,r=!av,+ 3. de ruilverkavelingsbaatbelasting Haagsche Beemden en Laakse Vaart, 4-. de straataanleg- en rioolaanlegbelasting; c. vaststelling van een restitutiebepaling voor degenen die of de ruilver- kavelingsbaatbelasting en/of de straataanleg- en rioolaanlegbelasting over het gehele tijdvak van heffing hebben afgekocht. si ct&tIotej syi

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1975 | | pagina 85