-134-
deze beschouwingen en bij het begin van het nieuwe begrotmgs
jaar 19 76, onze dank uit te spreken aan burgemeester en wethouders
voor hun beleid, dat het afgelopen jaar is gevoerd en we spreken
ons vertrouwen uit voor het komende jaar.
Ik dank u.
De voorzitter dankt de heer Quaijtaaimet name ook voor de
waardering en goede wensen en verleent het woord aan de heer Geerts,
voor het uitspreken van de volgende algemene beschouwing:
"De gemeentebegroting voor 1976 geeft ons allereerst aanleiding tot
een beschouwing over de werking van deraad, het college van
burgemeester en wethouders en de Partij van de Arbeid daarin.
Een terugblik op het afgelopen jaar leert ons, dat geen enkel
konkreet voorstel, door ons in de raad naar voren gebracht, de
eindstreep heeft gehaald. De 15-4 regel was hier veelal op van_
toepassing en vaak was de ergernis over een dergelijke verstoring
van de eenvormigheid duidelijk te merken (meneer de voorzitter).
De beslotenheid van alles, wat niet wettelijk verplicht openbaarheid
geniet, is vrijwel onveranderd gebleven. Wat ons daarin het meest
beangstigt, is het automatisme waarmee deze beslotenheid plaats
vindt en wordt geaksepteerd. Zoals bijv. de informele raadsverga
dering met als hoofdonderwerp de inspraakprocedure voor het toekom
stige struktuurplan van deze gemeente.
Wat is er dan in het afgelopen jaar wel veranderd Wel, in het
afgelopen jaar is althans het grootste deel van de Raad tot de
conclusie gekomen, dat wij ook gewone mensen zijn, waarmee je buiten
de politiek om soms leuk kunt praten.
Wat dient er nu in 1976 op het terrein van de werking van het
gemeentebestuur te worden gerealiseerd
Naar ons oordeel:
1. Behandeling van de openbaarheid van commissievergaderingen door de
raad op zo kort mogelijke termijn. De Middengroep bij monde van
haar fraktievoorzitter is tegenstander van de instelling van een
speciale commissie voor de uitwerking van dit onderwerp. Wij
behouden ons het recht voor een minderheidsnota vanuit het college
aan de raad te presenteren, indien de nota van het college niet^
voldoende aan onze wensen van objectiviteit tegemoet komt. Overi
gens zijn wij van mening, dat de reeds bij de gemeenteraadsverkiezing
ingenomen standpunten van de diverse frakties zullen moeten resul
teren in openbaarheid.
2. Van de burgemeester en wethouders-vergaderingen dient een beslui
tenlijst te worden geproduceerd, die op zo kort mogelijke termijn,
na deze vergaderingen, aan de raadsleden wordt toegezonden.
Onderwerpen waar de leden van het college mee instemmen en die dus
niet in de vergadering worden behandeld, dienen aan de lijst te
worden toegevoegd. Op deze wijze worden de raadsleden allen
vroegtijdig geïnformeerd over de onderwerpen welke aan de orde
zullen komen en kunnen zij zich desgewenst reeds eerder inwerken
op de maatstaven, waaraan zij een voorstel kunnen toetsen.
3. Wij zijn van mening, dat de door burgemeester en wethouders gepro
duceerde voorstellen zoveel mogelijk aan de commissie- en raads
leden dienen te worden toegezonden. Wij zijn graag bereid de
extra kosten te compenseren door de vergoeding voor raadsleden op
het minimum te houden. De raads- en commissieleden zullen door
middel van dit systeem beter in staat zijn een gefundeerd oordeel over
de voorstellen te vellen, wat o.i. wezenlijk is voor de werking van
het gemeentebestuur.
4. De funktionering van de raadsvoorzitter dient o.i. meer te zijn gericht
op de uitoefening van het voorzitterschap en minder op de verdedi
ging van voorstellen van het college. Bij de verdediging van voor-