- 124 - vrije sector verkoopwoningen van het type twee onder een kap en circa 30 premieverkoopwoningenHet totaal van 250 woningen gaat ruim uit boven de eigen aanwasbehoefte van ongeveer 180 woningen. Dit aantal mag zijns inziens worden verhoogd met woonruimte voor alleenstaanden. Als het college de voorgestelde aantallen te laag vindt, vraagt spreker om met cijfermateriaal aan te tonen dat de behoefte werkelijk groter is. Wethouder de Bruijn zegt, dat dit voor de volgende vergadering zal kunnen worden opgesteld. Hij merkt echter thans reeds op, dat wanneer teruggegaan zou moeten worden naar de aantallen, als door de heer Geerts genoemd, de huisvesting grote problemen zal gaan geven. Hij wijst op de huisvesting van het politiepersoneel, en het perso neel van de scholengemeenschap en de te bouwen analistenschool, terwijl ook de industrie en de normale groei van de eigen bevolking niet vergeten mag worden. De voorzitter merkt op, dat de heer Geerts het probleem verkeerd stelt, wanneer hij meent met deze opmerkingen verschuivingen teweeg te kunnen brengen. Men moet zich voor de bebouwing toch aan het door de raad vastgestelde bestemmingsplan houden, terwijl de contingen-^ tering van de sociale woningbouw een zaak van de hogere overheid is. Met dit voorstel verkrijgen we geen woningwetwoning meer. Ook de bouw voor alleenstaanden moet komen uit een extra contingent. Naar aanleiding van een voorstel van de heer Geerts om dit agendapunt in de volgende vergadering opnieuw aan de orde te stellen zegt^wethouder de Bruijn dit te moeten ontraden. Momenteel wordt ook een enquête gehouden naar de belangstelling voor de verhuur van kamers in onze gemeente. De voorzitter zegt, dat we moeten waken voor een herhaling van de situatie aan het begin van het industrialisatieproces, n.l. dat kaderpersoneel en leraren werden gehuisvest in woningwetwoningen. Ook dient bedacht te worden, dat elk uitstel thans voor de candidaat- bouwers een verhoging van de kosten betekend. Het onmogelijk maken van het eigen woningbezit zou getuigen van een slecht beleid. De heer Geerts merkt op, dat de grond momenteel nog niet bouwrijp is. Ook spelen hier nog een 250 woningen mee, die jaarlijks vrij komen. De voorzitter waarschuwt tegen een herhaling van wat door omstan digheden in het verleden gebeurd is en nog vrij recentelijk bij de openbare lagere school, n.l. dat er kader, in dit laatste geval onderwijzers, elders zijn gaan wonen. Een onderwijzer behoort voor het woon- en leefklimaat geëngageerd met de bevolking mee te leven. Zijn^ taak eindigt niet om 4 uur in de middag. Hij moet 's avonds ook bereik baar zijn als het nodig mocht zijn, net als een raadslid of een burge meester. Hij hoort bij de gemeenschap en moet proeven wat er in de gemeenschap leeft. Anders kan hij niet meeleven met de ouders en de kinderen. Dit geldt ook voor de bedrijven, waarvan de directies elders wonen. Dat is jammer. Hoe dikwijls doet men niet vanuit particulier initiatief een beroep op de bedrijven. Ook deze mensen behoren te weten wat er leeft onder de bevolking. Eerst dan mag verwacht worden dat hij daadwerkelijk of financieel zijn medewerking verleent. Woont zo'n man buiten het eigen cultuurpatroon van de plaats, dan verarmt dat de gemeenschap. De heer Geerts persisteert toch bij zijn voorstel om uitstel van behandeling De voorzitter vraagt of dit voorstel gesteund wordt. De heer van Kuijck zegt het te betreuren, dat over een dergelijke duidelijk aangelegenheid zo'n lange discussie plaats vindt. Hij meent dat daarmee geen enkel belang gèdiend wordt. Daar niemand verder hierop reageert wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het advies van de commissie huisvesting besloten tot het vaststellen van het bouwprogramma 1976.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1975 | | pagina 277