- 104 -
Zijn fractie vindt, dat de meeropbrengsten van deze belasting ten goede
moeten komen aan wijkcentra, buurtcentra en opbouwwerk, omdat deze
posten een te gering deel van de gemeentebegroting vormen.
Mevrouw Zuijdwijk vraagt, of het feitelijk gebruik van een object
voldoende is om deze belasting te heffen. Verder zou zij graag weten
of er met betrekking tot het gemeenschapshuis De Baai, waar regelmatig
erediensten gehouden worden, al iets nader bekend is over een mogelijke
vrijstelling. Ook is ze voor afschaffing van de hondenbelasting, aange
zien dit nooit een doelbelasting is geweest.
De heer van Kuijck vraagt of er, wanneer het politiekorps uitgebreid
is, dan ook iets meer toezicht kan komen op het uitlaten van honden en
het vervuilen van gazons en trottoirs.
Wethouder Klep deelt naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen mee,
dat de manier van taxeren afhankelijk is van het taxatieburo, dat de
opdracht zal krijgen. Wat de economische malaise betreft waarin de be
drijfspanden verkeren, antwoordt hij, dat o.a. de grondbelasting vervalt
en dat de onroerendgoed-belasting fiscaal aftrekbaar is. De meeropbrengst
wordt niet opgebracht door de huidige betalers maar door de nieuwe cate
gorie. De kerkhoven vallen inderdaad onder de belasting. Is de taxatie
minder dan 3.000,— dan vallen ze niet neer onder de belasting. De
restitutie aan scholen van de straat- en grondbelasting geldt ook voor
de onroerendgoed-belastingindien dit niet in het bedrag per leerling
opgenomen zou worden. Wat de opmerking van mevrouw van Bezooijen betreft,
hiervan kan wethouder Klep zich niets herinneren. Overigens zou dit ook
niet zonder meer kunnen, aldus de wethouder.
Betreffende de opmerkingen van de heer Lucassen antwoordt wethouder
Klep, dat de belasting voor de gebruiker straks in het algemeen niet
meer' mogelijk zelfs minder zal zijn dan nu het geval is. De bestemming
van de meeropbrengst behoort tot de competentie van de raad bij het begro
tingsbeleid. Het feitelijk gebruik is, zo zegt wethouder Klep in antwoord
op een vraag van mevrouw Zuijdwijk, voldoende om deze belasting te heffen.
Wat de Baai betreft: dit gebouw wordt niet in hoofdzaak gebruikt voor
openbare erediensten en is dus niet vrijgesteld. De Baai moet hier als
een ondeelbaar geheel worden gezien.
Betreffende de opmerking van de heer van Kuijck: hierin is reeds door
de Algemene Politieverordening voorzien.
De voorzitter antwoordt op de opmerking van de heer Fransen over de
instelling van een commissie ex artikel 61, dat het college voornemens
is, de commissie financiën in te schakelen voor een intensieve begeleiding
De heer Fransen gaat nog in op de antwoorden van wethouder Klep. Hij
had toch graag enkele steekproeven gezien. Hij weet, dat er ambtelijk
papieren gecirculeerd hebben waarin steekproven op gebouwen, woningen
enz. gedaan zijn en waarin staat hoe de nieuwe belasting komt te liggen
en hoe de oude lag. Hij had graag gezien, dat dit ter inzage had gelegen.
Zijn fractie kan zich er niet mee verenigen, dat de hondenbelasting wordt
afgeschaft omdat deze dan door de andere belastingplichtigen moet worden
opgebracht. Hetzelfde geldt, zo stelt hij, voor de ruilverkavelingsbaat
belasting. Het college is, aldus wethouder Klep, toch van mening, dat
de hondenbelasting afgeschaft moet worden. Het is een discriminerende
belasting, een vrij bewerkelijke belasting en daarnaast geen doelgerichte
belasting. Bovendien is deze belasting door de tijd achterhaald. Graag
is deze gelegenheid aangegrepen om deze belasting te doen verdwijnen nu
er toch enkele belastingen verdwijnen.
De voorzitter vult nog aan, dat, wanneer de hondenbelasting gehand
haafd blijft, de mensen die geen hond hebben toch niet bevoordeeld worden
boven degenen die wel een hond hebben. Het tarief per eenheid blijft
toch voor iedereen gelijk. Alleen zal dit tarief een fractie - dat nauwe
lijks de moeite waard is - naar beneden gaan.
De heer Fransen wenst de aantekening, dat hij en zijn fractie tegen
afschaffing van de hondenbelasting en de ruilverkavelingsbaatbelasting
Verder wordt overeenkomstig voorstel van burgemeester en wethouders