- 88 - De kosten van een semi—permanent gebouw zullen vrijwel gelijk zijn aan die van een normale school. Daarnaast mag, volgens de voorzitter, de planologie in Grauwe Polder niet aangetast worden door het plaatsen van noodlokalen. Voor de fraaiheid van dit plan is volgens spreker de fraaiheid van de openbare gebouwen, waarvan een zekere ruimtelijke werking zal uitgaan, onontbeerlijk. Mevrouw Zuijdwijk zegt ervan overtuigd te zijn, dat het schoolbestuur de 6 lokalen zeker nodig zal hebben, zeker wanneer de leerlingenschaal zal dalen. Met haar reeds eerder gemaakte opmerking met betrekking tot een semi-permanent gebouw zat de intentie voor in overwegingte nemen wat er in andere delen van de gemeente dient te gebeuren indien daar een tekort aan klaslokalen zou ontstaan en waarbij verplaatsbare lokalen soulaas zouden kunnen bieden. Wethouder de Bruijn meent eveneens een semi-permanent gebouw te moeten ontraden. Zijns inziens dienen dergelijke lokalen als tijdelijk te worden aangemerkt en wel voor die scholen die uitgebreid dienen te worden en waarvoor op dat moment nog geen mogelijkheid bestaat. Hiervoor zou een verplaatsbaar noodlokaal uitkomst kunnen bieden. Doch om aan een school een start te geven in een semi-permanent gebouw meent spreker ten sterkste te moeten ontraden en onverantwoord, mede ook gezien de grote kosten aan onderhoud. Ook wethouder de Bruijn is van mening, dat de leerlingenschaal in de komende jaren zal dalen, waardoor nog minder leegstand van lokalen zal ontstaan dan thans wordt verondersteld. Ten aanzien van de opmerkingen van de heren Geerts en Fransen om de beslissing uit te stellen bevestigt wethouder de Bruijn de mededeling van de voorzitter, dat zulks niet mogelijk is. De heer Geerts zegt, dat de verhouding van het aantal leerlingen t.w. 70% r.k., 15% n.h. en 15% openbaar onderwijs voor het plan Grauwe Polder zijns inziens niet meer van kracht is. De samenstelling van de bevolking is hier anders dan in andere delen van de gemeente. De ge boortecijfers over de jaren 1969 t/m 1974 geven een verhouding te zien van resp. 65, 10, 25. Hoe de werkelijke verhouding zal worden als de verschillende scholen zijn gerealiseerd, is volgens spreker nog niet te voorspellen. Er kan zijns inziens wel lering worden getrokken uit de ervaringen, die zijn opgedaan toen de openbare school vanuit de Nobelaer naar een eigen gebouw aan de Spoorlaan verhuisde, waarbij een sterke toename van de belangstelling viel te constateren voor het openbaar onderwijs. Een verondersteld leerlingenaantal van 770 is een totale wijk betekent, rekening houdend met de 33-leerlingenschaal, dat hiervoor 24 lokalen nodig zullen zijn en bij een leerlingenschaal van 30 een aantal van 26 lokalen. Op dit moment zijn er practisch 18 lokalen gerealiseerd, zodat voor dit leerlingenbestand nog ongeveer 6 lokalen nodig zullen zijn. De verwachting bestaat, dat de openbare lagere school in dit plan zal uitgroeien tot een volwaardige 6 klassige school, zodat nog 4 tot 6 lokalen nodig zullen zijn, waarvan nog 2 lokalen gebouwd kunnen worden bij de 10-klassige school voor r.k. g.l.o. De^ uitbouw van deze 10-klassige school tot een 12-klassige school verdient zijns inziens danook aanbeveling, omdat daardoor een continu stroom van enkele parallel klassen kan worden opgevangen. Er zijn volgens spreker reeds 3 scholen die mogelijk uitgebouwd gpan worden met 2 lokalen. Spreker acht het niet wenselijk daaraan nog een 4e school toe te voegen. Hij houdt danook vast aan zijn reeds eerder ingenomen standpunt om het aanwezige cijfermateriaal nogmaals op hun merites te onderzoeken en de gevraagde medewerking voorlopig te weigeren. De heer Quaijtaal zegt blij te zijn met hetgeen door de heer Geerts is opgemerkt met betrekking tot de percentsgewijze verhouding van het aantal leerlingen. Indien een berekening gemaakt zou worden naar de verhouding van het aantal voor 60% r.k. leerlingen, dan zou dit naar rato van 770 tot 880 leerlingen, waarover in de prognose gesproken wordt, betekenen, dat zijns inziens toch altijd nog een aantal van 462 a 528 leerlingen, waarvoor 14 tot 16 lokalen nodig zijn.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1975 | | pagina 228