- 40 - De heer Aerts komt nog even terug op de principetoezegging voor rijks bijdragen voor woningwetbouw in 1975, 1976 en 1977. Hij vraagt stappen te ondernemen, die leiden tot een spoedige realisering van deze bouwplannen, dit vooral ook met het oog op de huidige werkloosheid in de bouwwereld. Bovendien wordt dan voorkomen, dat de aanvankelijke huurvaststelling uiteindelijk vanwege de gestegen kosten verhoogd moet worden. Wethouder de Bruijn zegt, dat het realiseren van het bouwplan 1974 aanvankelijk enigszins vertraagd werd doordat het bestemmingsplan Grauwe Polder II niet tijdig voor vooroverleg gereed was. Deze problemen zijn thans opgelost en er wordt hard aan het realiseren van dit plan gewerkt. Toe vallig heeft er op heden een bespreking plaats gevonden ter voorbereiding van de bouw van de 100 woningen voor het contingent 1975. Dit zal in de komende vergadering van burgemeester en wethouders ook aan de orde komen. Alles wordt in het werk gesteld om ook dit plan spoedig te realiseren. Op een desbetreffende vraag van de heer W. Luijkx deelt de voorzitter mede, dat in het kader van de werkverruiming intussen een tweetal projecten zijn aangewezen. Hij verwacht dat binnenkort nogmaals een tweetal projecten in de bouwsector zullen worden toegewezen. De heer Breugelmans zegt in de stukken over de sluiting van Dam-Chips te hebben geconstateerd, dat hierbij de economische belangen van het bedrijf hebben geprevaleerd boven de sociale belangen van de werknemers. Door het bedrijf werd geen belang gesteld in eventuele pogingen van de gemeente om een rijkssubsidie te verkrijgen. De voorzitter zegt dat het college bijzonder onprettig getroffen is door de ontdekking, dat bij de vestiging van dit bedrijf dit voornemen al aanwezig was. Dat was ons niet bekend. Via derden hebben indertijd de transactie plaats gevonden. Het college heeft sterk de indruk, dat deze onderneming, de tijd, dat het in een andere plaats met bouwproblemen zat even heeft opgevuld met een tijdelijke vestiging in Etten-Leur. Naar aanleiding van de goedkeuring op het besluit tot overdracht van het rioolgemaal en de rioolwaterzuiveringsinstallatie aan het Waterschap West-Brabant merkt de heer van Kuijck op, dat de gemeente Rucphen geweigerd heeft om hun installatie aan het waterschap over te dragen. Hij vraagt zich af of wij te vroeg, dan wel te voorbarig, zijn geweest, gezien de veel hogere lasten, die door deze overdracht aan het waterschap betaald moeten worden. De voorzitter zegt, dat de hogere lasten niet veroorzaakt worden door dit probleem. Spreker heeft niet het idee, dat Rucphen deze zaak zal winnen, maar het is een eerbaar pogen. Zij hebben met subsidies gewerkt en hebben nu enige moeite met het feit om deze faciliteit nu zomaar aan het waterschap te geven. Bij ons was het een projectsubsidie en in dat geval moet je het project met de lusten en de lasten overdragen. Overigens is het ook nog eens zo, dat door de hogere overdrachtskosten ook de lasten verhoogd worden. Het college meent, dat in het belang van de bewoners op deze wijze niet verkeerd gehandeld is. De heer Aerts merkt op, dat ondanks de vermelding in het verslag van de vergadering van de commissie algemene zaken hij niet achter het standpunt van burgemeester en wethouders stond met betrekking tot de te nemen maatregelen in verband met de verkoop aan particulieren door Bakker Geschenkenhuis. Hij wijst op de werkgelegenheid en het feit, dat de textielfabriek, die voorheen in dit pand gevestigd was ook reeds zijn producten rechtstreeks aan particu lieren verkocht. Hij gunt de bevolking de financiële voordeeltjes. Hij wijst nog op een ander bedrijf in onze gemeente, waarbij voor enkele jaren, door het overgaan op verkoop aan particulieren, een dreigend failisse- ment werd voorkomen. Daarmede is ook de werkvoorziening gediend. Wethouder de Bruijn merkt op, dat wettelijk op deze plaats geen bedrijf als het onderhavige gevestigd mag zijn. Bovendien is Bakker Geschenkenhuis ontstaan als verzendhuis en dat is heel iets anders dan verkoop aan particu lieren. Hier is niet meer sprake van een eerlijke concurrentie en het is niet juist om daarbij te schermen met de werkgelegenheid. Met het aantal

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1975 | | pagina 160