- 13 -
te zijn. Hij stelt zich voor, dat in de volgende vergadering een^
plan ter tafel zal worden gebracht om dit terrein een beter aanzien
te geven.
Dit laatste heeft de instemming van mevrouw Zuijdwijk, omdat volgens
spreekster een brief van 28 januari 1974 van een der bewoners ter
plaatse bij het college is ingediend om aan deze situatie een einde
te maken en welke brief nimmer zou zijn beantwoord.
De heer A. Vermeulen zegt namens zijn fractie voorstander te zijn
voor de afwerking van het stadspark, waarbij spreker ook de aandacht
wil vestigen op de toestand van de Leurse Haven, dat ook een doorn
in het oog is van de gemeente.
Mevrouw van Bezooijen geeft een overzicht van de kredieten die in de
loop der tijd met betrekking tot het stadspark aan de orde zijn ge
steld, alsmede welke werkzaamheden daarvoor zouden worden uitgevoerd.
Zij spreekt zich hierna uit tegen het voorstel, zoals dit thans aan
de orde is.
Mevrouw Jacobs zegt, dat in eerste instantie een krediet beschikbaar
is gesteld voor het schoonmaken van het terrein, spitten en egaliseren,
het plaatsen van een noodafrastering, het bemesten en inzaaien en
het planten van enkele bomen. Indien deze werkzaamheden ook daadwer
kelijk waren uitgevoerd dan had het park reeds opengesteld geweest
en de noodafrastering zou dan verwijderd zijn. Het krediet betrof een
afgerond geheel, waarvoor de werkzaamheden konden worden uitgevoerd
en kon het park thans reeds gebruikt worden zij het dan dat het niet
zo mooi zou zijn als men wel gewild zou hebben. Het inzaaien is achter
wege gebleven, waardoor de afrastering nog steeds aanwezig is en de
opmerkingen worden gemaakt, dat men het park er zo niet bij kan laten
liggen, hetgeen spreekster niet reëel vindt.
Wethouder Luijkx zegt, dat met betrekking tot de opmerking van de
heer Fransen over de verbetering van de straatverlichting, dat de
intentie bestaat om het plan, dat door de dienst is opgesteld in de
eerstvolgende commissievergadering aan de orde te stellen.
Met betrekking tot de opmerkingen van mevrouw Jacobs deelt spreker
mede, dat toen besloten werd tot de aanleg van het stadspark een
begroting werd gemaakt, waarvoor de werkzaamheden konden worden uitge
voerd.
Het krediet, dat beschikbaar gesteld was zou reeds verwerkt geweest zijn,
ware het niet, dat er financiële meevallers waren waaruit diverse werk
zaamheden gefinancierd konden worden. Nadien is men weer gaan rekenen,
hetgeen resulteerde in het voorstel, dat op 26 juni 1974 door de raad
werd verworpen. Sindsdien zijn bepaalde werken opgespaard, hetgeen
in het aan de orde zijnde voorstel is weergegeven. Indien deze werken
kunnen worden uitgevoerd kan in het najaar 1975 het gehele park af
gewerkt worden.
Op de vraag van de voorzitter of er iemand stemming over het voorstel
verlangt, geven mevrouw Jacobs, mevrouw van Bezooijen en de heren
Fransen en Breugelmans te kennen tot hoofdelijke stemming te willen^
overgaan. Na voorlezing van de namen aan de hand van de presentielijst
blijkt, dat 14 leden zich uitspreken voor het voorstel en 4 leden
tegen, t.w. de dames Jacobs en van Bezooijen en de heren Fransen en
Breugelmans, waarna de voorzitter constateert, dat het voorstel in
meerderheid is aangenomen.
11. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders met gun
stige adviezen van de commissie voor algemene zaken, ruimtelijke
ordening en coördinatie, wordt zonder hoofdelijke stemming besloten
tot:
a. het verkopen van een perceel industrieterrein ter grootte van
1850 m2gelegen aan het Mon Plaisir in het industriecomplex
"Vosdonk IV-Mon Plaisir" aan de fa. Haweka te Teteringen;