- 9 -
De voorzitter zegt, dat de vaststelling van een bedrag per leerling
zijns inziens zwaarder weegt dan de subsidiëring van een karnavals-
optocht. Indien blijkt, dat na het vele werk, dat aan de totstand
koming en welslagen van de optocht is besteed, de heer A. Vermeulen
waar kan maken, dat het bedrag van 2.750, toch benodigd is en hij
de ontbrekende gelden, ondanks alle moeite niet bij elkaar heeft
kunnen krijgen, dan kan spreker zich voorstellen, dat de raad dan
een welwillende houding aan zou kunnen nemen.
De heer Quaijtaal zegt zich aan te sluiten bij de woorden van de heer
A. Vermeulen. In de gemeenschap zetten verschillende mensen zich pro
deo in gedurende een aantal maanden van het jaar om de karnavalsoptocht
tot een gebeuren te laten zijn, niet alleen voor de gemeente Etten-
Leur, maar voor de gehele streek. Door deze werkzaamheid van enkele
mensen profiteert de plaatselijke middenstand en vooral de horeca
sector. Hij meent, dat daarmede bij de bepaling van het subsidiebedrag
rekening dient te worden gehouden. De materiaalkosten worden elk jaar
duurder. In verband met de inflatie zouden ook de beschikbaar te stellen
prij zen verhoogd dienen te worden en zijns inziens niet om een hogere
prijs beschikbaar te stellen maar om te komen tot een optocht, die er
mag zijn. Hij dringt er danook met klem op aan om voor 1975 het bedrag
te bepalen op 2.750,
De voorzitter zegt, dat thans een voorstel wordt gelanceerd, waarover
het college zich nog niet heeft kunnen beraden.
Wethouder Klep zegt geen voorstander te zijn van een vast bedrag van
2.750, maar hierin een relatie tot het totale prij zenbedrag te
willen behouden. Anderzijds heeft hij begrip voor de aangevoerde argu
menten voor een hoger subsidiebedrag. Hij stelt daarom voor om voor
1975 een maximum bedrag beschikbaar te stellen van 2.750, zijnde
2/5 deel, in plaats van 1/3 van het prijzenbedrag, welk voorstel door
het college wordt overgenomen.
De voorzitter zegt, dat het gehele probleem voor het volgend jaar tijdig
doorgesproken moet worden.
De heer Quaijtaal zegt de overtuiging te hebben, dat, indien het gemeen
tebestuur met de betreffende optochtcommissie de zaken wat meer zou
coördineren, men dan wellicht tot een andere discussie zal komen ten
gunste van het gehele carnavalsgebeuren in Etten-Leur.
De voorzitter zegt, dat getracht zal worden een dergelijk gesprek op
gang te brengen.
De heer Aerts zegt, dat er thans 2 karnavalsstichtingen zijn, 2 prinsen
en 1 optocht. Hij vraagt het in de komende gesprekken daar toe te willen
leiden, dat er in de toekomst slechts 1 stichting, 1 prins en 1 optocht
zal zijn.
De voorzitter zegt, dat er 1 optochtcommissie is. De totstandkoming van
êën stichting met één prins dient niet dwangmatig te geschieden doch
in legitimiteit en saamhorigheid te gaai omdat anders de kans bestaat dat
dan iets afgebroken wordt, waartegen spreker meent zich te moeten ver
zetten
Mevrouw Zuijdwijk maant in deze tot voorzichtigheid omdat bekend is, dat
één prins niet alle taken kan vervullen die thans door 2 worden waarge
nomen, waarbij spreekster denkt aan een bezoek aan bejaarden, kinderen,
tehuizen e.d., waardoor veel mensen in de sociale sector tekort gaan
komen
De voorzitter zegt, dat o.a. in Limburg dit probleem is opgelost door
aan de prins enkele taakwaarnemende prinsen toe te voegen.
Met het verzoek van de voorzitter of de raad het gewijzigd voorstel kan
accepteren wordt ingestemd en wordt zonder hoofdelijke stemming besloten
tot het verlenen van een maximum bedrag van 2.750, zijnde 2/5 deel
van het prijzenbedrag.