Gemeente Etten-Leur
Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente Etten-Leur,
gehouden op maandag, 24 juni 1974 des avonds om half acht in het raadhuis.
Aanwezig: A.J.A. Oderkerk, voorzitter
L.J.M. de Bruijn, wethouder
A.A.W. Luijkx, wethouder
Alle raadsleden
A.P. Snijders, secretaris
M.J.van Rijckevorselnotulist.
1De voorzitter opent de vergadering met gebed en verwelkomt de aanwezigen
waarbij hij een speciaal woord van welkom richt tot de heer van Staaij
die in zoverre van zijn ziekte hersteld is, dat hij weer aan de raadsver
gadering kan deelnemen.
Als voorstemmer wordt aangewezen nr. 1 van de presentielijst, de heer
Wiggerman.
2. De voorzitter stelt hierna aan de orde het voorstel van burgemeester en
wethouders tot onderzoek van de geloofsbrieven en tot toelating van de
nieuwbenoemde raadsleden voor de zittingsperiode 1974-1978.
De heer Aerts merkt op, dat uit het overgelegde overzicht van de zittings
perioden van de raadsleden blijkt, dat spreker in 1953 niet benoemd zou
zijn, hetgeen echter wel het geval was.
De voorzitter zegt, dat een en ander waarschijnlijk op een vergissing be
rust en zal dit laten nagaan. In de eerstvolgende vergadering zal een
gecorrigeerd overzicht ter inzage worden gegeven.
De voorzitter gaat hierna over tot het aanwijzen van drie leden uit de
raad die de commissie van onderzoek van de geloofsbrieven vormt, die
hierover en eventueel over de geldigheid van de verkiezing zelf rapport
uitbrengt aan de raad.
Achtereenvolgens worden door de voorzitter als zodanig benoemd de heren
van Kuijck, van Vleuten en Coremansdie met assistentie van de gemeente
secretaris de geloofsbrieven zullen onderzoeken.
De voorzitter schorst hierna de vergadering.
Na heropening van de vergadering deelt de heer van Kuijck als rapporteur
van de commissie mede, dat de overgelegde stukken in orde zijn bevonden.
Hij heeft daarbij geconstateerd, dat de heer de Groot zijn benoeming
niet heeft aanvaard en dat daarvoor in de plaats zal treden mevr. van
Bezooijen-SeldenthuisHij adviseert om de nieuw benoemde raadsleden
toe te laten als raadslid, waartoe de raad zonder hoofdelijke stemming
besluit.
De voorzitter zegt thans geen woorden van afscheid te willen richten tot
de leden van de raad, die niet in de nieuwe samenstelling zullen terug
keren in de raad, doch dit gaarne te zullen doen in de vergadering, die
in augustus gehouden zal worden, waarover tijdig voor wat betreft het
aanvangsuur nadere mededelingen zullen worden gedaan.
3. De notulen van de vergadering van 20 mei 1974 worden ongewijzigd vastge
steld.
De heer de Groot vraagt of reeds mededelingen kunnen worden gedaan over
het gesprek dat gehouden zou worden met Rijkswaterstaat met betrekking
