- 17
totale vrouwelijke beroepsbevolking in Etten-Leur.
Volgens het Etirapport 1971 waren er in Etten-Leur in 1970 in totaal
3231 werkforensen, waarvan 2593 mannen en 638 vrouwen, dit is dus in
totaal 1605 hoger dan het aantal woonforensen, practisch het dubbele dus.
Uit bijlage III H, met recente gegevens over december 1973blijkt o.m.dat
het aantal werkforensen in Etten-Leur, die wonen in de omligge e gemeenten
met inbegrip van Breda en Roosendaal nog steeds toeneemt, en de
uitgaande pendel naar West-Brabant verre overtreft.
Vanuit de genoemde gemeenten werken echter ook een belangrijk aanta
personen in de dienstensector in Etten-Leur. Van de werkforensen
de industrie in Etten-Leur komen in totaal 1474 personen (1972 1455;,
uit de westelijk gelegen gemeenten Rucphen - Hoeven - Oudenbosch en
Roosendaal en 955 personen (1972 925) uit de oostelijk, zuidelijk en
noordelijk gelegen gemeenten Breda, Rijsbergen, Zundert, Prinsenbeek en
Zevenbergen. Voor 1973 waren deze cijfers voor alle werknemers resp. 1847 en
1289
Volgens de volkstelling 1960 waren er in onze gemeente in totaal nog
slechts 990 werkforensen (werken in Etten-Leur, wonen elders); hierbij
waren betrokken 270 vrouwen en 720 mannen. Het aantal werkforensen in de
industrie in Etten-Leur bedroeg op 31 mei 1960 970, op ongeveer 1.900
werknemers in de plaatselijke industrie.
Eind 1973 was dit laatste aantal gestegen tot 3490 (1972 3297) op 3710
werknemers (1972 5519) in de industrie in Etten-Leur (zie specificatie
op de bijlagen III H.)
Voor het rayon van het gewestelijk arbeidsbureau Etten-Leur is op bijlage
A een overzicht gegeven van de mannelijke beroepsbevolking, bezette
arbeidsplaatsen in het rayon en de mannelijke werkforensen en woonforensen
naar en vanuit dit gebied als geheel, voorzover deze althans officieel
geregistreerd konden worden. In 1973 is het aantal arbeidsplaatsen in het
rayon in de nijverheid afgenomen met 115 voor mannen en met 105 voor vrouwen.
Deze vermindering van de werkgelegenheid wordt veroorzaakt door de steeds verder
doorgevoerde mechanisatie en automatisering in de bedrijven.
Het aantal arbeidsplaatsen in de landbouw, dat voorheen steeds daalde, is in
1973 op 't zelfde peil gebleven. Ook in de dienstensector deed zich in 1972een
kleine daling (5) voor voor mannen, maar een stijging voor vrouwen met 245.
In 1973 omvatte de dienstensector 4700 arbeidsplaatsen voor mannen en 2300
voor vrouwen.
De inkomende pendel voor mannen is met 175 toegenomen (2045) en voor
vrouwen met 90 gedaald (360)
De uitgaande pendel voor mannen vanuit het rayon Etten-Leur is in 1973
vrijwel gelijk gebleven (3600) en met 40 toegenomen voor vrouwen^(1200)
Een groot deel hiervan heeft betrekking op de z.g. "bouwnijverheid waaronder
dus ook grondwerk, wegenbouw en zuivere utiliteitsbouw thuishoort.
Dat deze werkgelegenheid vooral noodzakelijk in verband met de opbouw haven
industrie Rotterdam, t.z.t. voor West-Brabantse mensen in de toekomst voor een
groot deel definitief zal wegvallen en overgeheveld zal moeten worden naar
West-Brabantse objecten ligt inch lijn der verwachting.