D, - 16 - Hoofds.tuk III. Beroepsbevolking - B. Land- en tuinbouw - C. Handel en Ambacht - Industrie'ie werkgelegenheid. Beroepsbevolking. Uit de volkstelling per 28 februari 1971 zijn gegevens over de beroeps bevolking van Etten-Leur verkregen, die redelijk vergelijkbaar zijn met de door het C.B.S. uit de volkstellingen 1947 en 1960 gepubli ceerde gegevens. (Zie bijlage III A) Da&rnaast zijn ook nog vermeld soortgelijke cijfers over 1973, afkomstig van het gewestelijk arbeidsbureau Etten-Leur. Eind 1973 bedroeg volgens deze cijfers de totale beroepsbevolking van Etten-Leur (15 j. en ouder) 8310, waarvan 6310 mannen en 2000 vrouwen. De afhankelijke beroepsbevolking voor Etten-Leur omvatte toen 5150 mannen en 1990 vrouwen. Uit de C.B.S. gegevens blijkt o.m. dat in 1947 40% van de bevolking (15 jaar en ouder) tot de beroepsbevolking behoorde en in 1973 36,2 (meer studerenden). Het percentage van de totale beroepsbevoking, werkzaam in de land- en tuinbouw, bedroeg in 1947 40 in 1900 21 en in 1973 9 Het percentage van de totale beroepsbevolking, werkzaam in de bouwnijverheid steeg van 1947 tot 1973 van 13 tot 16 en voor industrie en ambacht van 27 tot 37 De dienstensecto(overige beroepen inbegrepen) nam van 1947 tot 1973 voor de totale beroepsbevolking toe van 20 naar 47 Van de mannelijke beroepsbevolking 1971 is echter 20 werkzaam in de bouwnijverheid, 39 in industrie en ambacht, 12 in de landbouw en 29 in de dienstensector. In 1971 waren er uit Etten-Leur 795 gehuwde vrouwen met een beroep. In bijlage III A zijn ook nog enkele overzichten gegeven over de beroepsbevolking en de bezette arbeidsplaatsen in 1973 in het gehele rayon van het gewestelijk arbeidsbureau Etten-Leur, omvattende de gemeenten Etten-Leur, Hoeven, Rucphen, Rijsbergen en Zundert met 65.000 inwoners. Deze cijfers geven de gemiddelden aan over de genoemde jaren. Voorts is op deze bijlage opgenomen een gespecificeerd overzicht van bezette arbeidsplaat sen per december 1973 in de dienstensector door personen, woonachtig in het rayon van het arbeidsbureau Etten-Leur (5 gemeenten)Dit omvat in totaal 6900 personen (1972 6455), waarvan 4.900 mannen (1972 4225) en 2000 vrouwen (1971 2230). De beroepsbevolking voor het hele gewest omvatte eind 1973 23200 personen, waarvan 18.000 mannen (55 van de mannelijke bevolking) en 5200 vrouwen (16,1 van de vrouwelijke bevolking). De afhankelijke beroepsbevolking in het gewest omvatte 14750 minnen en 5150 vrouwen. Woon- en werkforensen. Volgens de volkstelling 1960 waren er toen in onze gemeente in totaal 1.050 woonforensen (wonen in Etten-Leur, werken elders); hierbij waren betrokken 170 vrouwen en 880 mannen. H=ervan werkte ongeveer een derde op vrij grote afstand van de woonplaats (meer dan 25 km.). Uit de gegevens, verwerkt in een Etirapport van september 1971, is gebleken, dat er in 1970 in Etten-Leur in totaal 1.625 woonforensen waren, waarvan 319 vrouwen en 1.306 mannen. De uitgaande pendel voor mannen vanuit Etten-Leur betrof in 1970 1% van de beroepsbevolking in de landbouw, 43% van de beroepsbevolking in de bouwnij verheid, 24% van de beroepsbevolking in industrie en ambacht en 27% van de beroepsbevolking in de dienstensector. In totaal omvatte deze mannenpendel 25van de totale mannelijke beroepsbevolking in Etten-Leur. Voor de vrouwen betrof de uitgaande pendel 23% van de vrouwelijke beroeps bevolking in industrie en ambacht en 28% van de vrouwelijke beroepsbevolking in de dienstensector. In totaal omvatte deze vrouwenpendel 26% van de

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1974 | | pagina 173