VII Dit is overigens maar één -zij het zeer belangrijk- gegeven, dat in het structuurplan aan de orde moet komen. De totale ontwikkeling van onze gemeente zal in dit plan een benadering moeten vinden, waartoe -zoals ik reeds opmerkte- een tiental detail rapporten, die het Economisch Technologisch Instituut in 1973 uitbracht, mede een uitgangspunt beogen te zijn. Bij het ontwerpen van een zo veel omvattend structuurplan zal voor een evenwichtige ontwikkeling van dit gebied zeer zeker en zeer ernstig rekening moeten worden gehouden met het provinciaal streekplan voor West-Brabant. Hiervan is medegedeeld, dat dit in 1974 ingrijpend zal worden herzien in verband met belangrijke ontwikkelingen en gewijzigde inzichten in de laatste jaren (Moerdijk, Reimerswaal al dan niet tweede luchthaven, Haagse Beemden enz., enz.). Het is duidelijk, dat aan zodanig streekplan, wil het van het noodzakelijke niveau zijn en als objectief aanvaard worden, een ontwikkelingsplan ten grondslag dient te liggen, dat niet in deelgebieden van West-Brabant verbrokkeld en vanuit uiteenlopende uitgangspunten wordt voorbereid, maar dat vanuit één centraal punt en van de aanvang af vanuit één gewestelijke visie wordt opgebouwd. Daarom onderschrij ven wij ook om deze reden nogmaals de noodzaak van de spoedige totstandkoming van één gewestorgaan, zoals bepleit door onder meer de Staten der Provincie en nog zeer onlangs en bij herhaling ook door de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Zolang dit gewest nog geen feit is, zou, -zoals ook de Kamer van Koophandel suggereert- juist voor de voorbereiding van zulk een gaaf ontwikkelingsplan, met spoed een overlegor gaan, waaraan niet de feilen kleven van het huidige contactorgaan, in het leven moeten worden geroepen. In dit stadium, waarin van regeringswege aan een ontwerp-gewestwet wordt gewerkt, meen ik na alles, wat hierover vanaf deze plaats reeds in het verleden is gezegd, te mogen volstaan met het vertrouwen uit te spreken in de initiatieven, die ten deze ongetwijfeld door het Provinciaal Bestuur zullen worden genomen ter voorbereiding van de besproken streekplanherziening. Dames en Heren, Dit is de laatste nïeuwjaarsvergadering, die op Uw huidige vertrouwensbasis is belegd. Dit jaar eindigt immers Uw zittingsperiode als gemeenteraad. Er was daarom nog meer reden dan in andere jaren om met U en over Uw hoofden heen met de bevolking na te gaan, wat de oogst 1973 was van hetgeen in de afgelopen jaren door U werd gezaaid. In het thans aangebroken jaar staat de raad weer voor het nemen van vele belangrijke nieuwe beslissingen. Ik heb er in deze toespraak reeds op enige gedoeld. Ik kan daaraan nog toevoegen de herziening van het gehele belastingstelsel der gemeente, een der eerste taken voor de nieuwe raad van Etten-Leur. Een en ander moet immers in het aanstaande najaar in behandeling worden genomen, wanneer de omschakeling aan de orde is op de wettelijk verplichte onroerend goed belasting, die met ingang van het belastingjaar 1976 geheven zal gaan worden. De personele belasting, de grondbelasting, de straatbelasting en de vermakelijkhedenbelasting gaan hierbij in elk geval verdwijnen, terwijl enkele andere heffingen voor intrekking of wijziging ter discussie kunnen worden gesteld. Hoogst belangrijke bestuurlijke arbeid, waarbij ik echter aanteken, dat onder dit karwei dan de schouders van niet 17 raadsleden, maar die van 19 leden gezet kunnen worden, terwijl ook de mankracht -figuurlijk gesproken natuurlijk- van het college van Burgemeester en Wethouders zal worden versterkt.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1974 | | pagina 155